This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Introductie P2
Slide 2 - Slide
Toets vorige periode
Gemiddeld cijfer: 5,5
laagste cijfer: 2,1
hoogste cijfer : 8
niet herkansbaar, maar nog wel veel toetsen zodat je je cijfer kan ophalen.
Slide 3 - Slide
Toets deze periode
Telt 10% mee voor het PTA
Telt 2 keer mee voor de voortgang
Duurt: 90 minuten
herkansbaar
leerstof: tijdvak 6 en tijdvak 1 tot en met 4
Slide 4 - Slide
Waarom ook Tv 1 tot en met 4?
Tijdvak 1 t/m 4 zijn uit het havo-eindexamen gehaald
Deze tijdvakken moeten van de overheid alsnog wel behandeld worden
Daarom moeten scholen TV 1 t/m 4 behandelen in het PTA
Slide 5 - Slide
Programma
1. Deze periode: Onderwerp, toets & planning
2. Evalueren periode 1
3. Start met tijdvak 6
4. Toets nabespreken (voor de liefhebber)
Slide 6 - Slide
1) toets, onderwerp en planning
Slide 7 - Slide
Planning
Slide 8 - Slide
Methode
- Presentaties in LessonUp
- We werken met een weektaak (zie classroom)
- Je gebruikt verder: Geschiedeniswerkplaats digitaal
- Leerdoelen (kennis & toepas)
Slide 9 - Slide
2) Evaluatie
zie enquete in classroom
43bledw
Slide 10 - Slide
3) Start tijdvak 56
Slide 11 - Slide
Week 1 - les 2
Opfrissen kennis
Introductie Regenten en vorsten
- Hoe zag de wereld eruit?
- 4 kenmerkende aspecten
- 4 belangrijke personen
Slide 12 - Slide
kenmerken van de wereld eruit 1600-1700
Slide 13 - Mind map
Hoe zag de wereld eruit?
Door de rennaisance en het humanisme was er meer aandacht gekomen voor de mens zelf, voor de kunst en veel informatie uit de oudheid was weer beschikbaar. Hierdoor was er meer kennis.
De ontdekkingsreizen waren volop aan de gang, er was veel meer kennis van de wereld.
De reformatie was geweest, daardoor waren er veel godsdienstoorlogen.
In een aantal landen waren koningen al wat langer aan de macht, zij proberden steeds machtiger te worden.
De Nederlanden waren een onafhankelijke republiek geworden met rijke regenten aan de macht.
Slide 14 - Slide
Tijdvak 6: regenten & vorsten
1600-1700: regenten & vorsten
Onderwerpen:
Ontstaan van een Wereldeconomie (6.1)
De Gouden eeuw (6.2)
Het absolutisme (6.3)
Wetenschappelijke revolutie (6.4)
Tijdvak 5..
Slide 15 - Slide
Wat was de aanleiding voor de ontdekkingsreizen?
A
De val van Constantinopel verminderde de toegankelijkheid tot het Aziatische handelsnetwerk
B
de technische vooruitgang bij de bouw en navigatie van schepen
C
de wil om vreemde volken te bekeren tot het christelijke geloof
D
Na eeuwen van lockdown kon je weer reizen.
Slide 16 - Quiz
Wat is Renaissance?
A
Italiaans voor middeleeuwen
B
Strijd tussen keizer en paus
C
Bloeiperiode van de kunst
D
Ander woord voor Romeinse tijd
Slide 17 - Quiz
Wat betekent Reformatie?
A
Daar zijn de gereformeerden lid van.
B
Periode waarin mensen de rooms katholieke kerk wilden veranderen.
C
Aanhanger van christelijke godsdienst die uit protest werd opgericht.
D
Burgerlijke bestuurder van een stad of gewest.
Slide 18 - Quiz
Tijdvak 6
Slide 19 - Slide
Aan de slag
- Bekijk de plaat en lees de introductie.
- Beschrijf in tenminste vijf zinnen wat er zichtbaar is op het schilderij.
Slide 20 - Slide
Wereldeconomie
Wetenschappelijke revolutie
Slide 21 - Slide
Absolutisme
De Gouden eeuw
Slide 22 - Slide
Opdracht
Maak in je groepje een a3 placemet over 4 personen.
Voor elke persoon onderzoek je 3 onderdelen:
een korte biografie van de 4 personen hiernaast. (geboorteplaats / jaar/ familie / jeugd) foto
Schrijf minstens 5 kenmerken / gebeurternissen / acties op waar deze persoon bij betrokken was.
Zoek een leuke anecdote of (pittige) uitspraak van deze persoon.
Schrijf het kenmerkend aspect op dat bij jouw persoon hioort.
Personen
Lodewijk 14
Christiaan Huygens
Galileo Galilei
Jan Pieterszoon Coen
Slide 23 - Slide
huiswerk
- Maak de poster af
- Lees paragraaf 6.1 wereldeconomie
- Schrijf de woorden op die je niet kent.
Slide 24 - Slide
4. Toets nabespreken
Slide 25 - Slide
Toets bespreken
Regels:
- lever telefoon en ipad in.
- Tijdens het bespreken van de antwoorden geef ik geen antwoord op persoonlijke vraagstukken.
- Zet op of aanmerkingen op het daarvoor aangewezen stencil.
- Niet stencil vast aan het toetspapier en lever na het bespreken van de toets deze weer in bij de docent.
- Tel punten zelf even na. Telfout? Zet het op stencil.
- Op antwoordblad wordt NIET geschreven.
- schrijf op het stencil wat mis ging en schrijf op wat nu goed ging.