Het verteringsstelsel

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo lwoo, k
• Leerjaar 4

Herhaling

Voedingsstoffen

Schijf van vijf

Leerdoelen

Je kunt uitleggen wat vertering is.

Je kunt de vijf verteringsklieren benoemen.

Je kunt uitleggen wat darmperistaltiek is.

Je kunt de organen van de vertering benoemen.

Het verteringsstelsel

Welke 6 voedingsstoffen ken je?

Bouwstof

Brandstof

Beschermende stof

Eiwitten

Vitamine

Mineralen

Vetten

Koolhydraten

Water

Macronutriënten

• Koolhydraten zijn de brandstof voor ons lichaam. Je kan het vergelijken met een benzineauto. Na het nuttigen van koolhydraten levert het je snel energie op.

• Eiwitten zijn bouwmaterialen voor onder andere de opbouw van spiermassa en cellen.

• Vetten zijn net als koolhydraten brandstof voor je lichaam. Vetten kan je vergelijken met een dieselauto. Je kan er minder snel gebruik van maken.

• Alcohol fungeert net als koolhydraten en eiwitten als brandstof voor je lichaam.

Micronutriënten

• Vitamines zijn het gereedschap voor je lichaam. 

• Zouten of mineralen zijn net als vitamines gereedschap voor je lijf.

Let op! Nu noemen ze het een beschermende stof. 

Zit het in de schijf van vijf? ja of nee?

In de schijf van vijf

Niet in de schijf van vijf

Eiwitten

Vetten

Vitaminen

Koolhydraten

Water

Het verteringsstelsel

Pak je schrift!

Het verterings-
stelsel

Voedsel wordt verkleind

en opgenomen in het bloed
= verteren

Niet alle voedingsstoffen 

moeten worden verteerd!

	Zorgen ervoor dat je niet ziek wordt
	Nodig voor groei, ontwikkeling en herstel
	Opgeslagen stoffen
	Geven energie

Zet de juiste functie van voedingsstoffen bij de uitleg

Brandstof

Bouwstof

Reservestof

Beschermende stof

Deze hoef je niet te verteren

Glucose, Mineralen, Water, Vitaminen

Deze moet je wel verteren

Vetten, Eiwitten, Koolhydraten

Verteringsklieren

• Speekselklieren (speeksel)
  
• Maagsapklieren (maagsap)
• Lever (gal)
• Alvleesklier (alvleessap)
• Darmsapklieren (darmsap)

verteringsklieren

speekselklieren

lever

alvleesklier

darmsapklieren

maagsapklieren

Darmperistaltiek

• Zorgt ervoor dat eten door de darmen kan bewegen.
• kringspieren
• lengtespieren
  
• vezels stimuleren de darmperistaltiek!

Lever

Dikke darm

Alvleesklier

Slokdarm

Twaalfvingerige darm

Dunne darm

Glablaas

Maag

Anus

Endeldarm

Slokdarm

Lever

Dunne darm

Galblaas

Maag

Alvleesklier

Twaalfvingerige darm

Maagportier

Alleseters

• Eten zowel plantaardig als dierlijk voedsel.

• Alleseters hebben knobbelkiezen.

• Mensen zijn ook alleseters.

• Alleseters hebben een middellang verteringsstelsel.

Planteneters

Planteneters = Herbivoren

Hebben een lang darmkanaal

Hebben plooikiezen

Vleeseters

Vleeseters = Carnivoren

Hebben een kort darmkanaal

Hebben knipkiezen

Zet de organen in de juiste volgorde:

Je eten gaat langs de volgende weg:

1.

2.

3.

4.

5.

6.

7.

Maag

Dunne darm

Twaalfvingerige darm

Mondholte

Slokdarm

Dikke darm

Endeldarm

Knobbelkies

Knipkiezen

plooikiezen

Planteneters

Vleeseters

Alleseters

Knobbelkiezen

Knipkiezen

Plooikiezen

Kort verteringskanaal

Lang verteringskanaal

Middellang verteringskanaal

wat eten deze organismen?

alleseters

vleeseters

vleeseters

vleeseters

vleeseters

vleeseters

vleeseters

planteneters

planteneters

planteneters

planteneters

planteneters

producent

Gal

• Wordt gemaakt in de LEVER
• Wordt opgeslagen in de GALBLAAS
• Gal emulgeert vetten 

Aan de slag!

• Open je boek op blz.  43
• Je maakt blz. 43, 44 en 54, 55 en 56
• Klaar? Examenbundel!