paper 1 writing oefenen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 6

Unit studentenleven

Wat doen we vandaag?

• oefenen voor jullie examen: SCHRIJVEN
• (nog maar 2 lessen!!)
• Tekstdoelen herhalen
• stappenplan schrijven
  
  

REMINDER

vandaag verslag open dag inleveren op MB

Informeren

• Je leest feiten.
• Er staat geen mening in.
• Bijvoorbeeld: krantenbericht,
  schoolboek of een handleiding.

Overtuigen (convince)

• Je leest de mening van de schrijver.
  
• Bijvoorbeeld: recensie, betoog, ingezonden brief in een krant.

Activeren

• Je wordt aangespoord (urged) om iets te kopen of om  ergens naartoe te gaan.
  
• Bijvoorbeeld: advertentie, 
  filmposter, verkiezingsaffiche.

Amuseren

• Teksten die geschreven zijn ter vermaak, voor je plezier dus. Bijvoorbeeld om te ontspannen.
  
• Bijvoorbeeld: strip, verhaal, mop.
  

Welk tekstdoel past bij een strip (comic)?

1. Informeren
2. Overtuigen
3. Amuseren
4. Activeren

Welk tekstdoel past bij een betoog (argument)?

1. Amuseren
2. Activeren
3. Instrueren
4. Overtuigen

Welk tekstdoel past bij lesboek?

1. Informeren
2. Activeren
3. Beschouwen
4. Amuseren

Welk tekstdoel past bij een ingezonden brief (brief in readers section in paper)?

1. Amuseren
2. Overtuigen
3. Informeren
4. Instrueren

Welk tekstdoel past bij een gedicht (poem)?

1. Informeren
2. Overtuigen
3. Activeren
4. Amuseren

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel

Informeren

Activeren

Overtuigen

Amuseren

Noem de drie tekstsoorten waarbij het doel informeren is.

1. Een krantenartikel
2. Een lesboek
3. Een gedicht (poem)
4. Het weerbericht

Schrijven

Drie fasen van het schrijfproces

Als je een tekst gaat schrijven, ga je niet meteen schrijven. Je bereidt (prepare) de tekst eerst stap voor stap voor. Daarna schrijf je pas de tekst.

Het schrijfproces bestaat uit drie fasen:

• voorbereiden 
• uitvoeren 
• controleren 

Stappenplan schrijven – Voorbereiden (1)

De eerste fase van het schrijfproces, het voorbereiden, begint met 

1 het vaststellen van het schrijfdoel (overtuigen, informeren, activeren, amuseren)

2 de doelgroep

3 het onderwerp 

4 de deelvragen van je tekst. 

Bij een overtuigende tekst bedenk je ook wat je standpunt en argumenten zijn.

1. SCHRIJFDOEL

Informeren 

nieuwsbericht, reportage, achtergrondartikel, brochure, voorlichtingsfolder

1. SCHRIJFDOEL

Instrueren

recept, handleiding, gebruiksaanwijzing

1. SCHRIJFDOEL

Overtuigen/betogen

ingezonden brief, forumbijdrage op internet, recensie, sommige columns

1. SCHRIJFDOEL

overhalen/activeren bijvoorbeeld: reclamefolder, advertorial, uitnodiging

Maar: veel teksten zijn een mengvorm (mixture). Voorbeeld?

2 Doelgroep - wat is dat?

• Groep mensen voor wie je schrijft (target audience).
• Goed beeld krijgen van de doelgroep.
• Onderzoeken - wat weet de doelgroep al? (voorkennis)
• Stem je taalgebruik af (adjust your language)
   op de doelgroep 
• Waarom? Je tekst wordt doelgerichter (more 
  targeted) en duidelijker.

Kinderen

Pubers

Mannen

Ouderen

Vrouwen

Zakenmensen

Bekijk deze

afbeelding

goed....

Voor welke doelgroep is de
advertentie geschreven?

1. Kinderen
2. Ouders
3. Docenten
4. Medewerkers

Tekstsoorten in IB past paper

Blog, toespraak, e-mail, ansichtkaart, artikel, brief, social media post, profielschets. 

Oefenopdracht

https://www.youtube.com/watch?v=62ELlrXs5EI

of een opdracht uit het past paper

Writing

Stappenplan gebruiken:

1. Wat is je schrijfdoel ?

2. kies de tekstsoort en de tekstconventies (conventions)
3. het onderwerp (given)
4. deelvragen/alinea's

5. Schrijven
6. controleren (criterion B en C zitten die in je tekst?)

oefenen met tekstverbanden

https://www.jufmelis.nl/extra/tekstverband-voorbeeld/tekstverband-voorbeeld-1

Video alinea en tekstverbanden

https://www.youtube.com/watch?v=4F81-tWCfJw