Fysiologie spijsverteringskanaal, les 2

Fysiologie
Les 2 
LBM4.2 
Schooljaar: 2022-2023
1 / 33
next
Slide 1: Slide
FysiologieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Fysiologie
Les 2 
LBM4.2 
Schooljaar: 2022-2023

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Klein stukje uitleg
  • Opdracht
  • Uitleg mond- en keelholte en slokdarm
  • Vragen tussendoor 
  • Uitleg maag
  • Opdracht

  • Slot

Slide 2 - Slide

Waar hebben we het vorige week over gehad? 
Vorige week
  • Vetten
  • Koolhydraten 
Vandaag
  • Eiwitten 
  • Mineralen 
  • Vitaminen 

Slide 3 - Slide

Eiwitten 
Proteïnen
Lange polymeren van aminozuren 

Verschillende functies: 
  • Enzymen 
  • Receptoren op membranen 
  • Hormonen 
  • Etc. 

Slide 4 - Slide

Eiwitten 
In de lever worden aminozuren gekoppeld tot eiwitten
Lever maakt 12 van de 20 aminozuren zelf 
Overige 8: essentieel aminozuren 

Vlees, melk en eieren bevatten veel essentiële aminozuren 
  • Vegetariërs en veganisten? 

Bij afbraak van eiwitten komt ureum vrij

Slide 5 - Slide

Afbraak van koolhydraten, lipiden en eiwitten 
Koolhydraten: amylase, maltase, lactase en sacharase
  • Polysachariden -> disachariden -> monosachariden

Lipiden: lipase
  • Lipiden -> glycerol en vetzuren

Eiwitten: proteasen
  • Polypeptiden -> aminozuren

Slide 6 - Slide

Mineralen 
Kleine hoeveelheden mineralen (zouten) nodig 
  • Calcium, magnesium en fosfor: opbouw botten en tanden
  • Natrium en kalium: spierconcentratie en zenuwimpulsen
  • Ijzer: productie hemoglobine
  • Jodium: in de hormonen van de schildklier

Spoorelementen: zeer weinig nodig
  • Zink, koper, selenium

Slide 7 - Slide

Vitaminen
Werken samen met enzymen (katalyserende werking) 
Aangeduid met letters 
Belangrijkste vitaminen: A, B, C, D en K 

Tabel 10.3 (pag. 212) 

Slide 8 - Slide

Opdracht 
Zet de woorden in de juiste kolom! 
15 minuten, daarna bespreken. 

Slide 9 - Slide

Spijsverteringskanaal
Een aantal taken:
  • Opname van voedsel
  • Mechanische verkleining en mening
  • Chemische verwerking
  • Vervoer door het spijsverteringskanaal
  • Overdracht voedingsstoffen aan het bloed (resorptie)
  • Uitscheiding

Slide 10 - Slide

Spijsverteringskanaal
Spijsverteringskanaal: mondholte, keelholte, slokdarm, maag, dunne darm en dikke darm.

Ondersteuning: speekselklieren, alvleesklier, lever en galblaas

Slide 11 - Slide

Mondholte
Voedselbewerking
  • Tong: smaak , tast, temperatuur, kauwen en vermengen, slikken, spreken, reinigen gebit
  • Kauwspieren
  • Gebit
  • Speekselklieren: oorspeekselkier, onderkaakspeekselklier, ondertongspeekselklieren

Slide 12 - Slide

Mondholte
Opp. vergroting

Speeksel: anderhalve liter per dag
  • Speekselamylase 
  • Water en slijm

Speekselamylase: 
  • polysacharide -> disacharide

 

Slide 13 - Slide

Keelholte (pharynx) 
Ruimte vanaf neusholte tot aan het strottenhoofd en de slokdarm

3 delen
  • Neus-keelholte
  • Mond-keelholte
  • Strottenhoofd-keelholte


Functie: passeren voedselbrok

Slide 14 - Slide

Keelholte
Slikken -> slikreflex 
  • Willekeurige fase
  • Onwillekeurige fase

Wand bevat dwarsgestreept spierweefsel 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slokdarm (oesophagus)

  • Verbinding keelholte met maag
  • Transport voedsel
  • Knijpbewegingen (peristaltiek)
  • Vertering gaat door

Slide 17 - Slide

Slokdarm (oesophagus)
Wand bestaat uit (van binnen naar buiten): 
  1. Mucosa -> slijmvlies
  2. Submucosa -> bindweefsellaag met bloedvaten, lymfevaten, zenuwen en slijmklieren 
  3. Muscularis -> kringspieren en lengtespieren
  4. Serosa -> bindweefsel. Verbind slokdarm met luchtpijp 

Slide 18 - Slide

De lever is onderdeel van het spijsverteringskanaal
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Speekselamylase begint met de afbraak van het polysacharide zetmeel tot het kleine monosacharide maltose
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

De Latijnse naam voor de slokdarm is 'pharynx'
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Wanneer voedsel of vocht achter in de mondholte wordt gebracht, volgt automatisch een slikbeweging
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

De wand van de slokdarm bestaat uit vijf lagen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

In de slokdarm gaat de vertering van voedingsstoffen door
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

De maag (gaster)
Sterk verwijd gedeelte van het stelsel

Functie
  • Reservoir (max. 4 liter)
  • Mengen, kneden en transport
  • Belangrijke rol bij vertering (~2 liter maagsap per dag)



 

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

De maag
Maagsap en maagafscheiding

Mucosa (slijmvlies) -> sterk geplooid 

  • Crypten -> productie maagsap
  • Halscellen (slijmproductie)
  • Maagwandcellen (zoutzuur en intrinsieke factor)
  • Hoofdcellen (pepsinogeen)

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

De maag
Maagsap: water, slijm, pepsinogeen, zoutzuur & intrinsieke factor

Pepsinogeen -> pepsine
  • Voorkomt dat eigen cellen worden verteerd 
  • Splitst eiwitten

Slijm
  • Beschermlaag



    Slide 29 - Slide

    De maag
    Zoutzuur
    • Zorgt voor zuur milieu: pH 1,5-2 -> pepsine kan optimaal functioneren
    • Activeert inactieve pepsinogeen 
    • Dood micro-organismen 


    Intrinsieke factor
    • Noodzakelijk voor de opname van vitamine B12
    • Vitamine B12 co-enzym bij vorming rode bloedcellen

    Water
    • Oplos- en transportmiddel



    Slide 30 - Slide

    De maag
    Maag is afgesloten met een maagportier (pyloris) = sluitspier

    Open en sluiten maagportier -> maagportierreflex 
    1. gedeeltelijk verteerd voedsel komt bij maagportier 
    2. Maagportier ontspant -> voedselbrok (zuur!) komt in de twaalfvingerige darm 
    3. Maagportier sluit
    4. Zoutzuur uit voedselbrok stimuleert secretine in wand twaalfvingerige darm 
    5. Secretine komt via het bloed bij alvleesklier (pancreas)
    6. Stimuleert afscheiding pancreassap (met natriumbicarbonaat) -> voedselbrok neutraliseert 
    7. Maagportier gaat open als voedselbrok geneutraliseerd is 

      Slide 31 - Slide

      Opdracht
      Woordzoeker 

        Slide 32 - Slide

        Volgende week
        • Dunne darm
        • Dikke darm 

        • Vragen?

        Slide 33 - Slide