Hoofdstuk 8 paragraaf 3

H8 §3
Werk en technologie

§3: vakantiewerk
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H8 §3
Werk en technologie

§3: vakantiewerk

Slide 1 - Slide

Vandaag:
Lesdoel
Uitleg 
Aan de slag

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van deze les kunnen jullie uitleggen:
  • wat er in een arbeidsovereenkomst staat.

Slide 3 - Slide

Werkafspraken
  • Proeftijd: Periode waarin de werknemer zonder opgaaf van reden ontslagen mag worden en ontslag mag nemen.
  • Arbeidsovereenkomst: Overeenkomst tussen de werkgever en de werknemer over het verrichten van arbeid.
 



Slide 4 - Slide

Welk recht heeft een werknemer tijdens de proeftijd?


Slide 5 - Open question

Rechten en plichten
  • Rechten: wat je moet
  • Plichten: waar je recht op hebt
  • Arbeidsvoorwaarden

Slide 6 - Slide

Vast en tijdelijk
  • Vast contract: heeft GEEN einddatum
  • Tijdelijk contract: heeft een einddatum
  • Opzegtermijn: De periode tussen het opzeggen van een overeenkomst en het einde van de overeenkomst.



Slide 7 - Slide

Wat is het verschil tussen een vaste en een tijdelijke arbeidsovereenkomst?

Slide 8 - Open question

Jong aan het werk
  • Toestemming ouders
  • Speciale regels
  • Beschermen van jongeren


Slide 9 - Slide

Tot welke leeftijd hebben kinderen de toestemming van hun ouders nodig voor een baantje?

Slide 10 - Open question

Minimumloon
  • Het loon dat je op z’n minst verdient
  • Het loon dat een werkgever ten minste moet betalen aan werknemers vanaf 21 jaar.

Slide 11 - Slide

Werktijden
  • Regels uit de Arbeidstijdenwet (voor zestien- en zeventienjarigen) maximum arbeidstijd op vrije dagen 9 uur op schooldagen 9 uur* per week 45 uur* per 4 weken 160 uur* onder schooltijd verboden te werken

Slide 12 - Slide

Hoeveel uur houd jij over per week voor een baantje?


Slide 13 - Open question

Aan de slag!
  • Ga aan de slag met H8 §1
  • Zorg dat je ook de rekentrainer maakt. 
  • Klaar? Maak versterk jezelf. 
  • Je werkt voor jezelf. 
  • Je mag een rekenmachine gebruiken (geen telefoon).
  • Je werkt in stilte.










Slide 14 - Slide

In welke gevallen is er sprake van formele productie?
A
Je krijgt geld van je ouders voor het wassen van de auto.
B
Je krijgt salaris voor je folderwijk

Slide 15 - Quiz