5H: Het hart + bloedvaten

• Biologie
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Middelbare school
• havo
• Leerroute H
• Leerjaar 5

5H: Het hart + bloedvaten

Wat is/zijn de functie(s) van de bloedsomloop?

Hoe noemen we bloedvaten die de hartspier voorzien van zuurstof en voedingsstoffen?

In welke hartruimte komt zuurstofarm/koolstofdioxiderijk bloed als eerste terecht vanuit de grote bloedsomloop?

1. Rechterboezem
2. Rechterkamer
3. Linkerboezem
4. Linkerkamer

Welke ruimten van het hart bevatten zuurstofrijk bloed?

1. De gehele rechterzijde van het hart.
2. De gehele linkerzijde van het hart.
3. De gehele bovenzijde van het hart: boezems
4. De gehele onderzijde van het hart: kamers

Fase 1

Fase 2

Fase 3

Boezems en kamers stromen vol

Kamers trekken samen

Druk in kamers neemt af

Hartkleppen zijn gesloten, halvemaanvormige kleppen slaan open.

Hartkleppen zijn open, halvemaanvormige kleppen zijn dicht.

Samentrekking van de boezems

Diastole (ontspanning) van zowel boezems als kamers

Waarvandaan vindt aansturing van de hartspiercellen plaats?

1. Vanuit het verlengde merg (ruggenmerg)
2. Vanuit het verlengde merg (ruggenmerg) en de sinusknoop
3. Vanuit de sinusknoop en de AV-knoop.
4. Vanuit het verlengde merg (ruggenmerg) en de sinusknoop en de AV-knoop en andere delen van het hart.

Gemiddeld maakt het hart van een mens in rust 70 slagen per minuut. Bij Pietje is dit tijdens sporten gestegen tot 140 slagen per minuut.

Is het hartminuutvolume twee keer zo groot geworden?

1. Ja
2. Nee, het hartminuutvolume is waarschijnlijk meer dan 2x zo groot geworden.
3. Nee, het hartminuutvolume is waarschijnlijk minder dan 2x zo groot geworden.
4. Nee, want het hartminuutvolume is het volume dat het hart in één minuut kan wegpompen.

Welke stof(fen) tref je mogelijk wél, in relatief hoge concentraties, aan in de poortader?

1. Zuurstof en glucose
2. Zuurstof, monosachariden en aminozuren, vetzuren en glycerol
3. Koolstofdioxide, monosachariden en aminozuren, vetzuren en glycerol
4. Koolstofdioxide, monosachariden, aminozuren en glycerol

Welk eiwit bindt zuurstof in de rode bloedcellen?
Waar worden rode bloedcellen geproduceerd?

Bij de afbraak van rode bloedcellen komt de afvalstof bilirubine vrij. Hoe wordt deze stof uitgescheiden?

1. Via de urine
2. Via de ontlasting
3. Via de huid
4. Op een manier die hier niet genoemd wordt.

Les 1 week 50

Noem minimaal 3 kenmerken van haarvaten.

In welke afbeelding(en) is sprake van diffusie?

1. In geen van de afbeeldingen
2. In de afbeelding links
3. In de afbeelding rechts
4. In beide afbeeldingen

Isotoon milieu

Hypertoon milieu

Hypotoon milieu

Welke bestanddelen kom je tegen in weefselvloeistof?

1. Witte bloedcellen, rode bloedcellen, zuurstof, glucose.
2. Witte bloedcellen, zuurstof, koolstofdioxide, glucose, aminozuren.
3. Vetzuren, vitaminen, hormonen, antistoffen.
4. Eiwitten, witte bloedcellen, zuurstof.

Bekijk de afbeelding van een lymfevat. Wat valt je op aan het uiterlijk van zo'n vat?

Wat zou daarvan de functie kunnen zijn? Licht toe!

Leg uit hoe weefselvloeistof ontstaat. Gebruik daarbij het juiste begrip.

Waarom moet (een deel van de) weefselvloeistof weer terug worden opgenomen in het bloed?

1. Omdat er veel afvalstoffen in zitten die moeten worden afgevoerd.
2. Omdat er veel voedingsstoffen in zitten.
3. Omdat er veel witte bloedcellen in zitten.
4. A, B en C zijn goed.

Leg uit waardoor (het grootste deel van de) weefselvloeistof weer terugstroomt het haarvat in. Gebruik de term "colloïd osmotische waarde".