Ik kan uitleggen hoe je een titratie moet uitvoeren.
Ik kan met een titratie de concentratie van een zure of een basische oplossing berekenen.
Slide 3 - Slide
Terugblik Zuur-basereacties
10.5 Titraties
OH-: natronloog, kalkwater
O2-: natriumoxide, calciumoxide (ongebluste kalk)
CO32-: kalk (calciumcarbonaat)
Slide 4 - Slide
Gehalte bepalen (concentratie)
10.5 Titraties
Met een titratie kun je bepalen hoeveel er van een bepaald zuur of een bepaalde base in een oplossing aanwezig is.
te gebruiken bij een zuur-basereactie
de onderzochte stof zit in de erlenmeyer
je voegt een passende indicator toe
Slide 5 - Slide
Gehalte bepalen (concentratie)
10.5 Titraties
Met een titratie kun je bepalen hoeveel er van een bepaald zuur of een bepaalde base in een oplossing aanwezig is.
te gebruiken bij een zuur-basereactie
de onderzochte stof zit in de erlenmeyer
je voegt een passende indicator toe
als de kleur van de indicator is verandert is de reactie geneutraliseerd
Slide 6 - Slide
Gehalte bepalen (concentratie)
10.5 Titraties
Met een titratie kun je bepalen hoeveel er van een bepaald zuur of een bepaalde base in een oplossing aanwezig is.
te gebruiken bij een zuur-basereactie
de onderzochte stof zit in de erlenmeyer
je voegt een passende indicator toe
als de kleur van de indicator is verandert is de reactie geneutraliseerd
het eindpunt is bereikt
Slide 7 - Slide
10.5 Zuur-base reacties
Titratie
Denk aan laboratoria van:
ziekenhuizen
Slide 8 - Slide
10.5 Zuur-base reacties
Titratie
Denk aan laboratoria van:
ziekenhuizen
de chemische industrie
onderzoeksinstituten
bij de douane
Nederlands Voedsel- en Warenautoriteit
Slide 9 - Slide
10.5 Zuur-base reacties
Toepassingen zuur-basereacties
neutraliseren van ammoniak dat vrijkomt uit mest in veestallen
ontkalken verwarmingselementen
tegengaan verzuring bossen en landbouwgrond door te strooien met ongebluste kalk
vorming ammoniumnitraat (kunstmest)
Slide 10 - Slide
Concentratie berekening
10.5 Titraties
Noteer het gegeven uit de tekst.
Noteer het verbruik tijdens de titratie: eindstand - beginstand.
Bereken het onbekende aantal milligram van de gevraagde oplossing: verhoudingstabel met gegeven & gevraagd
Bereken de concentratie = massa (g) : volume (L)
Bereken eventueel nog het gehalte in de gevraagde eenheid.
Slide 11 - Slide
Voorbeeld
10.5 Titraties
In de Warenwet staat dat keukenazijn minimaal 4 g azijnzuur per 100 mL moet bevatten.
Slide 12 - Slide
Voorbeeld
10.5 Titraties
In de Warenwet staat dat keukenazijn minimaal 4 g azijnzuur per 100 mL moet bevatten.
Eerst meet je 25 mL keukenazijn (zuur) af en doe je deze hoeveelheid in een erlenmeyer. Daaraan voeg je twee druppels fenolftaleïne toe. Na toevoeging van 19,4 mL natronloog (base) slaat de kleur van de indicator om van kleurloos naar roze.
Gegeven: 1 mL natronloog komt overeen met 55 mg azijnzuur.
Slide 13 - Slide
Voorbeeld
10.5 Titraties
In de Warenwet staat dat keukenazijn minimaal 4 g azijnzuur per 100 mL moet bevatten.
Eerst meet je 25 mL keukenazijn (zuur) af en doe je deze hoeveelheid in een erlenmeyer. Daaraan voeg je twee druppels fenolftaleïne toe. Na toevoeging van 19,4 mL natronloog (base) slaat de kleur van de indicator om van kleurloos naar roze.
Gegeven: 1 mL natronloog komt overeen met 55 mg azijnzuur.
Voldoet deze keukenazijn aan de eis van de warenwet?
Slide 14 - Slide
Voorbeeld
10.5 Titraties
Gegegens uit de tekst:
- 25 mL keukenazijn: staat H+ ionen af
- toegevoegd uit buret: 19,4 mL natronloog: neemt H+ ionen op
- 1 mL natronloog komt overeen met 55 mg azijnzuur
zuur-base reactie
H+ (aq) + OH- (aq) --> H2O (l)
Slide 15 - Slide
Voorbeeld
10.5 Titraties
Gegegens uit de tekst:
- 25 mL keukenazijn: staat H+ ionen af
- toegevoegd uit buret: 19,4 mL natronloog: neemt H+ ionen op
- 1 mL natronloog komt overeen met 55 mg azijnzuur
zuur-base reactie
H+ (aq) + OH- (aq) --> H2O (l)
base
zuur
gegeven
gevraagd
Slide 16 - Slide
Voorbeeld
10.5 Titraties
Gegegens uit de tekst:
- 25 mL keukenazijn
- toegevoegd uit buret: 19,4 mL natronloog
- 1 mL natronloog komt overeen met 55 mg azijnzuur
zuur-base reactie
H+ (aq) + OH- (aq) --> H2O (l)
base
zuur
gegeven
1 mL
55 mg
gevraagd
Slide 17 - Slide
Voorbeeld
10.5 Titraties
Gegegens uit de tekst:
- 25 mL keukenazijn
- toegevoegd uit buret: 19,4 mL natronloog
- 1 mL natronloog komt overeen met 55 mg azijnzuur
zuur-base reactie
H+ (aq) + OH- (aq) --> H2O (l)
base
zuur
gegeven
1 mL
55 mg
gevraagd
19,4 mL
Slide 18 - Slide
Voorbeeld
10.5 Titraties
Gegegens uit de tekst:
- 25 mL keukenazijn
- toegevoegd uit buret: 19,4 mL natronloog
- 1 mL natronloog komt overeen met 55 mg azijnzuur
zuur-base reactie
H+ (aq) + OH- (aq) --> H2O (l)
base
zuur
gegeven
1 mL
55 mg
gevraagd
19,4 mL
x 19,4
Slide 19 - Slide
Voorbeeld
10.5 Titraties
Gegegens uit de tekst:
- 25 mL keukenazijn
- toegevoegd uit buret: 19,4 mL natronloog
- 1 mL natronloog komt overeen met 55 mg azijnzuur
zuur-base reactie
H+ (aq) + OH- (aq) --> H2O (l)
base
zuur
gegeven
1 mL
55 mg
gevraagd
19,4 mL
x 19,4
x 19,4
Slide 20 - Slide
Voorbeeld
10.5 Titraties
Gegegens uit de tekst:
- 25 mL keukenazijn
- toegevoegd uit buret: 19,4 mL natronloog
- 1 mL natronloog komt overeen met 55 mg azijnzuur
zuur-base reactie
H+ (aq) + OH- (aq) --> H2O (l)
base
zuur
gegeven
1 mL
55 mg
gevraagd
19,4 mL
1067 mg
x 19,4
x 19,4
Slide 21 - Slide
10.5 Zuur-base reacties
Voorbeeld
In 25 mL keukenazijn zit 1067 mg azijnzuur.
Dus in 100 mL zit: 100 : 25 x 1067 = 4268 mg (4,3 g)