Verkoopkanalen en winkelformule (17-18)

Verkoopkanalen en winkelformule (17-18)
1 / 44
next
Slide 1: Slide
RetailMBOStudiejaar 3

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Verkoopkanalen en winkelformule (17-18)

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over verkoopkanalen en distributie?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Verkoopkanalen
Het distribueren van producten naar klanten kan via verschillende kanalen verlopen, zoals fysieke winkels, webshops, ambulante handel en colportage.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Winkels en niet-winkels
Winkels, zoals supermarkten en kledingwinkels, bieden fysieke winkelervaringen. Niet-winkels, zoals webshops, hebben geen fysiek pand.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Singlechannel
Bij singlechannel wordt maar één verkoopkanaal aangeboden aan de klant, zoals een fysieke winkel of webshop.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Multichannel
Bij multichannel bereiken aanbiedingen, uitstraling en prijzen van producten de klant via verschillende mediums, zoals reclamefolders en apps.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Crosschannel
Bij crosschannel kan de klant bijvoorbeeld online bestellen en het product in de fysieke winkel ophalen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Omnichannel
Bij omnichannel sluiten verschillende verkoopkanalen op elkaar aan, waardoor de klant informatie kan zoeken, zich kan oriënteren en een artikel kan kopen.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Combinaties van verkoopkanalen
In de retail komen combinaties van verkoopkanalen voor, zoals singlechannel, multichannel, crosschannel en omnichannel.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Plusshopping en prijsshopping
Klanten doen plusshopping en prijsshopping binnen een van de verkoopkanalen.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Interactieve vraag
Wat is het verschil tussen singlechannel en omnichannel?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden van verkoopkanalen
Geef voorbeelden van singlechannel, multichannel, crosschannel en omnichannel verkoopkanalen, bijvoorbeeld een webshop (singlechannel) en een combinatie van fysieke winkel en online winkel (omnichannel).

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

De rol van IT-systemen
IT-systemen spelen een cruciale rol bij het verbinden van verschillende verkoopkanalen in het omnichannel model.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Voordelen van omnichannel
Beschrijf de voordelen van een omnichannel benadering, zoals verbeterde klantloyaliteit en consistentie in merkbeleving.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Interactieve discussie
Hoe denk je dat omnichannel de manier waarop klanten winkelen en merken ervaren, heeft veranderd?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting
Benadruk het belang van het begrijpen van verschillende verkoopkanalen en distributiemodellen voor een succesvolle retailstrategie.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Soorten onlineshopping
Er zijn drie soorten onlineshopping: onlinemarketplaces, vergelijkingssites en verwijzingssites.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Onlinemarketplaces
Platforms zoals bol.com, Amazon en kleertjes.com waar meerdere webshops hun producten aanbieden onder één grote noemer.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Voordelen van onlinemarketplaces
Winkels krijgen een groter bereik, betaling en verzending verlopen vaak via het platform en levertijd wordt korter.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Vergelijkingssites
Sites zoals tweakers.net en kieskeurig.nl waar klanten zich oriënteren en de laagst bekende prijzen worden genoemd.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Belang van vergelijkingssites
Het is belangrijk dat er veel informatie te vinden is zodat klanten een goede afweging kunnen maken.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Verwijzingssites
Websites zoals kelkoo.nl en startpagina.nl die niet vaak door klanten worden gebruikt maar wel meer klanten naar de webshop kunnen leiden.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Afsluitende discussie
Wat zijn de voordelen van onlinemarketplaces en vergelijkingssites voor zowel klanten als webshops?

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Wat is plusshopping?
Plusshopping is recreatief winkelen door klanten die zich richten op service en luxere artikelen, ook wel funshopping genoemd.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Wat is prijsshopping?
Bij prijsshopping let de klant juist op de prijzen van producten en hecht minder waarde aan service en luxe.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Hoe spelen winkels hierop in?
Winkels met prijsdistributie trekken prijsshoppers aan, terwijl winkels met ervaren retailmedewerkers en luxere artikelen plusshoppers aanspreken.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Wat is het retailconcept?
Het retailconcept is de manier waarop een winkel zijn producten aanbiedt aan de klant. Het stelt de winkel in staat om in te spelen op de behoeften van klanten en zich te onderscheiden van concurrenten.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

De winkelformule
De winkelformule bestaat uit drie elementen: de doelgroep, het assortiment en de marktpositie. Deze elementen bepalen hoe de winkel zich positioneert en welk imago het uitstraalt.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Doelgroep en imago
De doelgroep bepaalt het imago dat de winkel wil uitstralen. Klanten verwachten tegenwoordig naadloze integratie van online en offline winkelen.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Het assortiment
Het assortiment omvat alle producten die een winkel verkoopt, met een kernassortiment en een randassortiment dat bijverkoop stimuleert.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

De retailmix
De retailmix omvat alle elementen die de winkel inzet om de doelgroep te bereiken, zoals prijs, promotie, plaats, personeel, presentatie en proces.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Verkoopsysteem en retailmix
Het verkoopsysteem en de retailmix zijn nauw verbonden met het retailconcept en dragen bij aan de totale winkelervaring.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
Het retailconcept en de winkelformule zijn essentieel voor het succes van een winkel. Ze stellen retailers in staat om in te spelen op klantbehoeften en zich te onderscheiden van concurrenten.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Assortimentsbreedte en -diepte
Assortimentsbreedte verwijst naar het aantal verschillende productgroepen in het assortiment, terwijl assortimentsdiepte het aantal varianten binnen dezelfde productgroep betekent.

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Marktpositie en Winkelformule
Marktpositie is de plaats die een winkel inneemt in de markt ten opzichte van concurrenten. De keuze voor een marktpositie wordt ook wel positioneren genoemd.

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Lage Marktpositie
Een lage marktpositie, zoals bij Aldi, wordt door klanten ervaren als goedkoop en weinig servicegericht.

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Belang van Doelgroepwensen
De marktpositie hangt samen met de wensen van de doelgroep, het beeld van de winkelformule en het beeld van de concurrent.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Retailconcept en Klantbeleving
Het retailconcept moet duidelijk zijn voor de doelgroep, zodat klanten de winkel precies zo ervaren en beleven zoals bedoeld door de retailer.

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Interactief Element
Discussie: Welke factoren bepalen de keuze van een marktpositie voor een retailer? Bespreek in groepen en deel de inzichten met de klas.

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Toepassing van Lesmateriaal
Analyseer de marktpositie van een bekende winkelketen en bespreek hoe deze samenhangt met hun assortimentsbreedte en -diepte.

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 42 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 43 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 44 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.