6 oktober

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Programma

• Terugblik 
• Nakijken
• Aan de slag 

Programma

Nakijken les 19

Opdracht 1 t/m 9 op blz. 42 en 43

DOEL

- Je weet wat werkwoorden zijn

- Je kunt verschillende werkwoorden in een zin aanwijzen

- Je kunt de persoonsvorm in een zin aanwijzen

Wat is de persoonsvorm?

Wat is een persoonsvorm?

Wat is de persoonsvorm?

.

De persoonsvorm

Janneke

heeft

haar werk

goed

gedaan

Wat is de persoonsvorm?

De persoonsvorm

De appels

hangen

aan de boom

 al

Wat is de persoonsvorm ?

De persoonsvorm

Gisteren

dronken

Stan en ik

 cola

Wat is de persoonsvorm?

De persoonsvorm

Ersin

heeft

een computer

gekocht.

Wat is de persoonsvorm?

.

De persoonsvorm

Mijn moeder

heeft

mijn brood

gesmeerd

Zelf aan de slag/ huiswerk

Wat?	Afmaken les 20 opdracht 1 t/m 8 op blz. 44 en 45
Hoe	Lees de theorie op blz. 44 nog een keer rustig door. Bij vragen, eerst overleggen met buurman/buurvrouw
Klaar?	Stillezen
Tijd?	15 minuten
Dan:	Kort bespreken wat er gemaakt is. Zijn er vragen? Ben je moeilijkheden tegengekomen?