4h H1-H3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

4 havo - 17 september

opdracht H3 (5, 6, 7, 9,10) afmaken en nakijken

Herhaling H1-H3

opdracht 5

De gegoede burgerij in de steden vond het vreemde gezag maar niets, en verzette zich daartegen door onder andere meer rechten voor hun moedertaal af te dwingen.

vraag 6

Beide groepen wilden een groot publiek bereiken, en hadden daarom baat bij een standaardschrijftaal die voor iedereen te begrijpen was.

vraag 7

De Nederlandse opstand tegen een gezamenlijke vijand zorgde voor een gevoel van eenheid.

Zeeuwen, Hollanders en Friezen begonnen zich Nederlanders te voelen, en daar hoorde een Nederlandse taal bij. Een eigen gezamenlijke taal draagt bij aan een eigen gedeelde identiteit.

vraag 9

Men ziet de eigen taal als een belangrijk onderdeel van de nationale identiteit. Doordat het nationalisme groeide, kwam er meer behoefte aan onderwijs in de eigen taal.

vraag 10

Door radio en televisie verspreidde ook de standaardspreektaal zich, waardoor het minder plaatsgebonden werd. Schrijftaal ging zich bovendien steeds meer aanpassen aan spreektaal, in

plaats van andersom. Daardoor werd de standaardtaal minder stijf (en daarmee geschikter voor alledaagse situaties).

Geef de definitie van 'taal'

Noem twee kenmerken van taal

Noem een theorie die het ontstaan van taal verklaart.

Noem een belangrijk verschil tussen onze taal en dierentaal.

Hoeveel talen worden er op de wereld gesproken?

1. ongeveer 1000
2. ongeveer 3000
3. ongeveer 6500
4. 11.500

Wat is de meest gesproken taal ter wereld?

1. Engels
2. Chinees (Mandarijn)
3. Spaans
4. Arabisch

Hoeveel mensen spreken er Nederlands?

1. ongeveer 17 miljoen
2. ongeveer 23 miljoen
3. ongeveer 31 miljoen
4. ongeveer 19 miljoen

Goed of fout?
Gebarentaal heeft alle kenmerken van een gewone taal.

1. goed
2. fout

Wie schreef:
'Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic enda thu, wat unbidan we nu?'

1. Een Hollandse monnik
2. Een Vlaamse monnik
3. Een Hollandse dichter
4. Een Vlaamse dichter

'Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic enda thu, wat unbidan we nu?'
Uit welk jaar komt deze oudste Nederlandse
dichtregel?

1. 900
2. 1000
3. 1100
4. 1200

Noem twee theorieën die het ontstaan van taal verklaren.

Welk begrip hoort er bij de volgende omschrijving?
Het idee dat taal op verschillende momenten en op verschillende plekken, onafhankelijk van elkaar, is ontstaan.

Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
De voorouder van meer dan 400 verwante talen, waaronder het Nederlands.

Vanaf wanneer spreken we over de start van de geschiedenis van de Nederlandse taal?

1. Rond het jaar 0
2. Vanaf de 4e en 5e eeuw
3. Vanaf de 6e eeuw
4. Vanaf de 7e en 8e eeuw

juist of onjuist:
In de middeleeuwen was er één standaardtaal en één spelling

1. juist
2. onjuist

In de vroege middeleeuwen gebruikte met één taal om in te schrijven, welke?

1. Vlaams
2. Germaans
3. Latijn
4. Fries

Aan de slag

Lees blz. 18 t/m 20 door en maak opdracht 4,5, 7, 9,10