Onderdeel 3 Cursus 7 Paragraaf 8: Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Onderdeel 3 Cursus 7
Paragraaf 8 Persoonsvorm tegenwoordige tijd
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Onderdeel 3 Cursus 7
Paragraaf 8 Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Slide 1 - Slide

Start van de les!
Bij de start van de les heb je op tafel:
- Je boek Nieuw Nederlands (blz. 232 en 233)
- Je schrift 
- Je pen/etui'
- Je leesboek


timer
1:30

Slide 2 - Slide

Doelstellingen:
  • Je leert de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spellen.

Slide 3 - Slide

Wat is een persoonsvorm?

Slide 4 - Open question

Hoe kun je een persoonsvorm herkennen?

Slide 5 - Open question

Persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)
Een werkwoord heeft verschillende vormen.  Daarvan is de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt) er ook één. 
Bij de spelling van die persoonsvorm ga je uit van de ik-vorm.


Zo vind je de ik-vorm:
De ik-vorm is het woord dat in de tegenwoordige tijd achter ik komt te staan.

Slide 6 - Slide

Zo schrijf je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd

Slide 7 - Slide

Wel of geen pvtt?
Carola zwom vorige jaar iedere week 2 kilometer.
A
wel pvtt
B
geen pvtt
C
verdrietig
D
verdienen

Slide 8 - Quiz

Wel of geen pvtt?
Deze zomer organiseert Duitsland het EK voetbal.
A
wel pvtt
B
geen pvtt
C
verdrietig
D
verdienen

Slide 9 - Quiz

Schrijf de ik-vorm van rennen.

Slide 10 - Open question

Schrijf de ik-vorm van kopen.

Slide 11 - Open question

Schrijf de ik-vorm aaien.

Slide 12 - Open question

Wat doet deze persoon?
Ik....
Hij.....
Wij....

Slide 13 - Open question

Wat doet deze persoon?
Ik....
Hij.....
Wij....

Slide 14 - Open question

Aan de slag!
Boek: opdracht 1 t/m 7 (blz. 232 en 233)

Niet af? Dan is het huiswerk!

Ben je klaar? Kom voor extra oefenbladen!


timer
20:00

Slide 15 - Slide

Volgende les
  • Huiswerk controleren
  • Herhaling theorie
  • Nakijken opdracht 1 t/m 7

Slide 16 - Slide

Hoe kun je een persoonsvorm tegenwoordige tijd herkennen?

Slide 17 - Open question

Vond je deze paragraaf moeilijk of makkelijk?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Waarom vind je dat?

Slide 19 - Open question

Vragen?

Slide 20 - Open question