Werkwoordspelling herhaling

Welkom!
Ga zitten op je plek en neem voor je:
Startopdracht: lees uit je leesboek
- Je Nieuw Nederlands boek
- Pen en schrift
timer
15:00
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Welkom!
Ga zitten op je plek en neem voor je:
Startopdracht: lees uit je leesboek
- Je Nieuw Nederlands boek
- Pen en schrift
timer
15:00

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
1. Mededelingen
2. Herhaling vorige les (huiswerk bespreken)
 3. Lesdoelen
4. Aan de slag
5. Huiswerk en evaluatie

Slide 2 - Slide

Mededelingen
Zijn er dingen die ik moet weten?

Slide 3 - Slide

De vorige les
1. Ik kan volledige zinnen maken.
2. Ik kan bepalen of een zelfstandig naamwoord het lidwoord de of het krijgt.
3. Ik kan op de juiste manier verwijzen naar de- en het-woorden

Slide 4 - Slide

Alle lesdoelen werkwoordspelling op een rijtje
1. Ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spellen.

Slide 5 - Slide

Hoe?
Persoonsvorm zoeken
Stam
Welke vorm? 
(Hij-vorm is +t)

Slide 6 - Slide

2. Ik weet wat sterke en zwakke werkwoorden zijn.
3. Ik kan de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd spellen.
4. Ik kan de persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd spellen. 

Slide 7 - Slide

Zwakke en sterke werkwoorden
Zwakke werkwoorden veranderen niet van klank.
Sterke werkwoorden veranderen wel van klank.

Slide 8 - Slide

Hoe? 
Zwakke werkwoorden: 
Persoonsvorm
Stam
Eindigt de laatste letter op een medeklinker op een letter uit het 'ex kofschip? Dan wordt het een -t!

Slide 9 - Slide

5. Ik kan de persoonsvorm van zijn, hebben, kunnen, willen en zullen spellen. 

Slide 10 - Slide

Oefenen, oefenen, oefenen
Maak het werkblad in stilte. 
timer
10:00

Slide 11 - Slide

Bespreken
Overleg in tweetallen welke antwoorden je hebt en waarom je dat antwoord hebt. 

timer
5:00

Slide 12 - Slide

Klassikaal bespreken
Zijn er nog vragen? 

Klaar? Numo. 

Slide 13 - Slide

Lesdoelen
1. Ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spellen.
2. Ik weet wat sterke en zwakke werkwoorden zijn.
3. Ik kan de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd spellen.
4. Ik kan de persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd spellen. 
5. Ik kan de persoonsvorm van zijn, hebben, kunnen, willen en zullen spellen. 

Slide 14 - Slide

Evaluatie
Zijn er nog vragen?
Wat ging er goed deze les?
Wat kan er de volgende keer beter?

Slide 15 - Slide