werkwoordspelling les 3

Welkom!
Ga zitten op je plek en neem voor je:
Startopdracht: lees uit je leesboek
- Je Nieuw Nederlands boek
- Pen en schrift
timer
15:00
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Welkom!
Ga zitten op je plek en neem voor je:
Startopdracht: lees uit je leesboek
- Je Nieuw Nederlands boek
- Pen en schrift
timer
15:00

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen deze les?
1. Mededelingen
2. Herhaling vorige les (huiswerk bespreken)
 3. Lesdoelen
4. Werkwoordspelling
5. Aan de slag
6. Huiswerk en evaluatie

Slide 2 - Slide

Mededelingen
Zijn er dingen die ik moet weten?

Slide 3 - Slide

Vorige les
Wat zijn werkwoorden ook alweer?
Wat zijn zwakke werkwoorden?
Wat zijn sterke werkwoorden?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Lesdoelen vorige les
2. Ik weet wat sterke en zwakke werkwoorden zijn.
3. Ik kan de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd spellen.

Slide 6 - Slide

Huiswerk bespreken
Opdracht 1, 2 4 en 7 van blz. 239

Slide 7 - Slide

Lesdoel deze les
4. Ik kan de persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd spellen. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Hoe schrijf ik zwakke werkwoorden in de verleden tijd?
1. Neem het hele werkwoord over. 
2. Haal -en eraf.
3. Is de laatste letter een medeklinker uit 't Kofschip? Dan eindt het of -t.
4. Is de laatste letter een medeklinker? Schrijf dan -d.

Slide 10 - Slide

Voorbeeld
Lachen
-en = lach
Eindigt op een h (zit deze in 't Kofschip? Ja), dus lachte
Meervoud (lachten) en enkelvoud (lachte)

Slide 11 - Slide

Aan de slag
Maak in stilte:
Opdracht 1, 3, 4 en 6 van blz. 236
timer
10:00

Slide 12 - Slide

Aan de slag
Als je een vraag hebt, mag je die fluisterend aan mij of je buurman vragen
Numo: werkwoordspelling. 
timer
15:00

Slide 13 - Slide

Huiswerk
Opdracht 1, 3, 4 en 6 van blz. 236
15 minuten werken in Numo

Slide 14 - Slide

Lesdoelen
2. Ik weet wat sterke en zwakke werkwoorden zijn.
3. Ik kan de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd spellen.
4. Ik kan de persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd spellen. 

Slide 15 - Slide

Evaluatie
Zijn er nog vragen?
Wat ging er goed deze les?
Wat kan er de volgende keer beter?

Slide 16 - Slide