1. Je kunt ziek worden door een ziektekiem (een virus, bacterie, schimmel).
Bijvoorbeeld: verkoudheid, griep, waterpokken.
2. Sommige ziektes of aandoeningen zijn erfelijk. Je krijgt de ziekte omdat deze in de familie van een van je ouders voorkomt en doorgegeven wordt via de genen van ouder op kind.
Bijvoorbeeld: sommige vormen van doofheid zijn erfelijk.
3. Sommige ziektes ontstaan door een ongezonde leefwijze.
Bijvoorbeeld: door niet genoeg te bewegen en slecht te eten kun je bijvoorbeeld hart- en vaatziekten krijgen, door roken kun je longkanker krijgen.
4. Sommige ziektes ontstaan door ouderdom.
Bijvoorbeeld: dementie, artrose (slijtage van gewrichten).