H5 Voeding en energie: Stofwisseling

Vandaag
  • Herhaling vorige les
  • Stofwisseling uitleg
  • Rekenen met biologische gegevens
  • Huiswerk
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vandaag
  • Herhaling vorige les
  • Stofwisseling uitleg
  • Rekenen met biologische gegevens
  • Huiswerk

Slide 1 - Slide

 Welke van de 6 voedingsstoffen geven je energie?
geeft energie
geeft geen energie
vetten
koolhydraten
vitamines
eiwitten
mineralen
water

Slide 2 - Drag question

Leg in je eigen woorden uit wat essentiële voedingsstoffen zijn

Slide 3 - Open question

Botontkalking en X-benen/O-benen
Zenuw-uitval en spierzwakte
Scheurbuik (bindweefsel lost op)
Nachtblindheid
Vitamine A
Vitamine C
Vitamine B1
Vitamine D

Slide 4 - Drag question

Leg het verschil uit tussen de ADH en ADI waarde

Slide 5 - Open question

Stofwisseling (metabolisme)
H5 Voeding en energie

Slide 6 - Slide

Deze les leer je
  • Met welke eenheden energie wordt uitgedrukt
  • Hoeveel energie de verschillende brandstoffen ons leveren;
  • Over onze energiebehoefte en waar deze van afhangt;
  • Waar in ons lichaam reservestoffen opgeslagen zijn

Slide 7 - Slide

Aanduiding energie op voeding
Energie kan worden uitgedrukt in
kilocalorieën (kcal) of in kilojoule (kJ).

1 kcal = 4,2 kJ

Slide 8 - Slide

Zet voedingsmiddel op volgorde van minste naar meeste energie
1413 kJ
0 kJ
357 kJ
848 kJ
100 gram slagroom
100 gram water
100 gram aardappel
100 gram mager rundergehakt

Slide 9 - Drag question

Welke brandstof levert ons per gram de meeste energie?
A
Vet
B
Koolhydraat
C
Eiwit

Slide 10 - Quiz

Hoeveelheid energie
Eén gram koolhydraat levert gemiddeld 4 kcal (=17 kJ) 
Eén gram eiwit levert gemiddeld 4 kcal (=17 kJ) 
Eén gram vet levert gemiddeld 9 kcal (=37 kJ)
Eén gram alcohol levert gemiddeld 7 kcal (=29 kJ)

Vet is de meest efficiënte energiedrager, dus minder van nodig om mee te dragen in je lichaam!

Slide 11 - Slide

Waarom heb je in de pubertijd meer energie nodig dan als volwassene?

Slide 12 - Open question

Energiebehoefte

Hoeveelheid energie die een persoon per dag nodig heeft. Energiebehoefte per dag hangt af van veel factoren:
1.  Geslacht
2. Leeftijd
3. Lichaamsgrootte
4. Lichamelijke inspanning

Als er veel energie binnenkomt en minder wordt verbruikt, dan wordt het omgezet in reservestoffen en zo opgeslagen als vet.

Slide 13 - Slide

Gebruik je ook energie als je slaapt?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quiz

Ruststofwisseling
  • Energieverbruik in rust: ademhaling, hartslag, bewegen darmen, werking nieren. etc.
  • 1 uur stilzitten = 4 kJ/min en 1 uur hardlopen = 34 kJ/min.

Slide 15 - Slide

Hoge ruststofwisseling
Je verbrand veel calorieën per kg lichaamsgewicht per uur

Veel energierijke stoffen nodig, anders val je af!

Sportieve levenswijze
Lage ruststofwisseling
Je verbrand weinig calorieën per kg lichaamsgewicht per uur 

Weinig energierijke stoffen nodig, anders kom je aan!

Weinig actieve levenswijze

Slide 16 - Slide

Opslag van energie
  • Koolhydraat: glycogeen
       > spieren, lever
  • Vet
       > in beenmerg, rond organen en onder de huid
  • Eiwitten + koolhydraten
      > bij teveel opgeslagen als vet

Slide 17 - Slide

Aan de slag

Vervolg begrippenlijst
Maak opdrachten 3 - 6, 10, 12
Nakijken en verbeteren

Stel vragen!

timer
20:00

Slide 18 - Slide