Hoofdstuk 4 basisstof 5 en 6.

Je Lichaamshouding
Basistof 5
1 / 16
next
Slide 1: Slide
mens en natuurMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Je Lichaamshouding
Basistof 5

Slide 1 - Slide

Lichaamshouding
De manier waarop je staat of zit

- verkeerde lichaamhoudiing = gevolg rugpijn en/of nekpijn

- goede lichaamshouding heeft de wervelkolom een dubbele-S-vorm

Slide 2 - Slide

- goede lichaamshouding heeft de wervelkolom een 

dubbele-S-vorm

Slide 3 - Slide

zithouding
Bij een goede zithouding:
1.  heeft de wervelkolom een dubbele-S-vorm
2. staan je voeten plat op de grond;
3. maken je onderbenen en bovenbenen een rechte hoek (90°)
4. rust je rug tegen de leuning van je stoel
 

Slide 4 - Slide

zithouding

5. maken je bovenarmen en onderarmen een rechte hoek
6. buigt je nek niet, je houdt je nek recht

Slide 5 - Slide

   Je uithoudingsvermogen
                              Basistof 6

Slide 6 - Slide

Leerdoelen
Je kunt beschrijven welke veranderingen in je lichaam plaatsvinden bij lichamelijke inspanning.
Je kunt aangeven wat een goed uithoudingsvermogen is.
Je kunt de verbranding in het lichaam beschrijven
Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel noemen.
Je kunt beschrijven hoe in de longen gaswisseling plaatsvindt.
Je kunt aangeven op welke manieren het ademvolume bepaald kan worden.

Slide 7 - Slide

Uithoudingsvermogen
Filmpje Garnalenpelster:
- wat zie je?
- hoe reageert de vrouw?
- waarom zou ze zo reageren?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Uithoudingsvermogen
Filmpje Garnalenpelster:
- wat zie je?
- hoe reageert de vrouw?
- waarom zou ze zo reageren?

Slide 10 - Slide

Hartslag meten
Neem 15 seconden je hartslag op.
Dit doe je door twee vingers op je pols te leggen.

Slide 11 - Slide

Inspanning en verbranding

Inspanning:
Je gaat sneller ademhalen
Hartslagen nemen toe
Je huid wordt rood
Je gaat zweten

Slide 12 - Slide

Energie
Je spieren hebben energie nodig om te kunnen bewegen.
Energie krijg je door verbranding van een brandstof.
Glucose=(voeding)
Zuurstof= nodig om te kunnen verbranden. Ademhalen--> longen --> zuurstof wordt opgenomen in het bloed.

Slide 13 - Slide

Energie
In alle cellen vindt verbranding plaats. --> water en koolstofdioxide komen vrij.
Verbrandingsproducten
Glucose + zuurstof --> koolstofdioxide + water + energie
Met sporten heb je veel energie nodig = energiebehoefte


Slide 14 - Slide

Verbranding mens
- Spieren zorgen ervoor dat we kunnen bewegen, maar daar hebben ze energie voor nodig
- Energie komt vrij bij verbranding in je lichaam.
- Voor verbranding is nodig:
brandstof (eten en drinken)
zuurstof (ademhalen)
- verbranding vindt plaats in je spieren en andere cellen van je lichaam. Naast energie ontstaan ook afvalstoffen.
BRANDSTOF+ZUURSTOF>AFVALSTOFFEN+ENERGIE




Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video