What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
3.2 Leestekens en tekens bij woorden+ flyer
17 november: les 2
Wat gaan we vandaag doen------>
Herhaling Theorie 3.1 Hoofdletters quiz
Theorie 3.2 Leestekens en tekens bij woorden
Verder werken aan je brochure.
1 / 39
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
39 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
17 november: les 2
Wat gaan we vandaag doen------>
Herhaling Theorie 3.1 Hoofdletters quiz
Theorie 3.2 Leestekens en tekens bij woorden
Verder werken aan je brochure.
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je gebruikt leestekens en tekens bij woorden correct: punt, komma, vraagteken en uitroepteken, dubbele punt, puntkomma en aanhalingstekens.
Je ontwerpt een brochure naar eigen smaak
Slide 2 - Slide
Waarom gebruiken we leestekens?
Slide 3 - Open question
Interpunctie (= leestekens)
We gebruiken interpunctie om een tekst leesbaar te maken.
hallo hoe gaat het met jou goed en met jou met mij gaat het ook goed op welke dag zullen we afspreken of hebben we al een afspraak
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Video leestekens
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Welke zin is goed?
A
Wat zij heeft gedaan is erg knap
B
Wat zij heeft gedaan, is erg knap
C
Wat zij heeft gedaan, is erg knap.
Slide 16 - Quiz
Welke zin is goed?
A
Samengevat: het idee lijkt mij erg leuk.
B
Samengevat het idee lijkt mij erg leuk.
C
samengevat, het idee lijkt me erg leuk.
Slide 17 - Quiz
Wat is juist?
A
Hij haalde goede cijfers: een zeven; twee zessen; een acht en een negen.
B
Hij haalde goede cijfers: een zeven, twee zessen, een acht en een negen.
Slide 18 - Quiz
Hij vroeg: oma kunt u mij de stroop aangeven
A
Hij vroeg: Oma? Kunt u mij de stroop aangeven?
B
Hij vroeg: Oma. Kunt u mij de stroop aangeven?
C
Hij vroeg: Oma, kunt u mij de stroop aangeven.
D
Hij vroeg: 'Oma, kunt u mij de stroop aangeven?'
Slide 19 - Quiz
Aanhalingstekens gebruik je bij...
A
Tussen hoofdzin en bijzin
B
Bij een citaat
C
Bij een opsomming
D
Geen van beide
Slide 20 - Quiz
Aanhalingstekens of geen aanhalingstekens?
A
Hij zei: "Ik ben cool"
B
Hij zei: Ik ben cool.
Slide 21 - Quiz
je kunt twee dingen doen wel of niet leren voor je examen
A
Je kunt twee dingen doen: "Wel of niet leren voor je examen."
B
Je kunt twee dingen doen; wel of niet leren voor je examen.
C
Je kunt twee dingen doen: wel of niet leren voor je examen.
D
Je kunt twee dingen doen. Wel of niet leren voor je examen.
Slide 22 - Quiz
ik ging naar de kapper die ik al jaren ken om mijn pony te laten knippen
A
Ik ging naar de kapper, die ik al jaren ken om mijn pony te laten knippen.
B
Ik ging naar de kapper, die ik al jaren ken. Om mijn pony te laten knippen.
C
Ik ging naar de kapper, die ik al jaren ken, om mijn pony te laten knippen.
Slide 23 - Quiz
Hoeveel hoofdletters komen in de zin: henk van vliet gaat in de maand maart twee keer naar texel met zijn vrouw.
A
2
B
5
C
3
D
4
Slide 24 - Quiz
Wat is juist?
A
Ik vind wiskunde leuk, maar rekenen erg saai.
B
Ik vind wiskunde leuk maar rekenen erg saai.
Slide 25 - Quiz
Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
goede vrijdag
B
Goede Vrijdag
Slide 26 - Quiz
Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Kerstcadeau
B
kerstcadeau
Slide 27 - Quiz
Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
mavo
B
MAVO
Slide 28 - Quiz
Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
december
B
December
Slide 29 - Quiz
Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Kerstmis
B
kerstmis
Slide 30 - Quiz
Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
lente
B
Lente
Slide 31 - Quiz
Wat is juist?
A
Als je tijd hebt, kun je ook mee vissen.
B
Als je tijd hebt kun je ook mee vissen.
Slide 32 - Quiz
Welke zin is correct?
A
Maria, we gaan zo eten. Kom je?
B
Maria we gaan zo eten kom je?
C
Maria? We gaan zo eten, kom je.
D
Maria we gaan. Zo eten kom je?
Slide 33 - Quiz
Welke zin is correct?
A
Je moet het zo doen, trek de lijn precies recht tussen de twee punten.
B
Je moet het zo doen: trek de lijn precies recht tussen de twee punten.
C
Je moet het zo doen, trek de lijn: precies recht tussen de twee punten.
Slide 34 - Quiz
Welke zin is correct?
A
Wanneer je in de buurt bent gaan we samen uiteten.
B
Wanneer je in de buurt bent. Gaan we samen uit eten.
C
Wanneer je in de buurt bent, gaan we samen uit eten.
Slide 35 - Quiz
Maken van een brochure/folder
Kies een van de onderstaande situaties:
A. Je hebt een (mode) event georganiseerd.
B. Je gaat een korte cursus geven in iets waar jij goed in bent.
C. Je hebt een modemerk opgericht en maakt hier reclame voor.
D. Eigen inbreng
Slide 36 - Slide
Maken van een flyer
De folder moet uit een aantal pagina's bestaan, zie voorbeelden.
Welke informatie moet op de flyer komen te staan? --> wie, wat, waar, waarom, wanneer en hoe?
Slide 37 - Slide
Maken van een flyer
Maak op papier een schets van je flyer:
Welke informatie komt op welke plaats?
Met welke opvallende uitspraak trek je de aandacht?
Welke afbeeldingen gebruik je?
Welke lettertypes en -groottes en welke kleuren gebruik je?
Slide 38 - Slide
Zelfstandig werken
De rest van de les werk je zelfstandig aan jouw brochure.
Al een onderwerp bedacht?
Weet je al met welk programma je jouw brochure gaat onderwerpen?-> Canva, Word, Illustrator??
Slide 39 - Slide
More lessons like this
1 dec BMF
November 2023
- Lesson with
51 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
24 november BMF1
November 2023
- Lesson with
22 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
8 februari BMF1
February 2024
- Lesson with
46 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Starttaal vooraf - thema 1 - taalverzorging 2 (aanpassen)
October 2024
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Interpunctie, hoofdletters en leestekens
October 2022
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
3.2 Leestekens+ flyer (AFT)
November 2023
- Lesson with
17 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
interpunctie
December 2023
- Lesson with
41 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Mavo 4 deel 2 - Hoofdletters en leestekens
November 2022
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, mavo
Leerjaar 4