Kijken&luisteren-H.2-havo3

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les weet je op basis van gesproken bronnen te  documenteren(informatie verzamelen) aan de hand van documentatievragen


1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les weet je op basis van gesproken bronnen te  documenteren(informatie verzamelen) aan de hand van documentatievragen


Slide 1 - Slide

Voor een schrijf- of spreekopdracht moet je vaak informatie verzamelen: je gaat je documenteren . Daarbij kun je niet alleen gebruikmaken van geschreven bronnen, maar ook van gesproken bronnen, zoals radio- of tv-programma's, of van filmpjes op internet.

 Je bedenkt eerst documentatievragen waarop je een antwoord wilt hebben. Daarna zoek je tv-programma’s en internetfilmpjes over je onderwerp, bijvoorbeeld op Uitzending Gemist of YouTube.

Slide 2 - Slide

Stel dat je een werkstuk moet maken over het Wilhelmus.
Als je daarover een documentaire gaat bekijken, kun je bijvoorbeeld de volgende documentatievragen opstellen:
Wanneer en door wie is het Wilhelmus geschreven?
Waarover/over wie gaat het Wilhelmus?
Wanneer is het Wilhelmus ons volkslied geworden?
Waarom is het Wilhelmus ons volkslied geworden?

Slide 3 - Slide

Zo verwerk je gesproken informatie van radio, tv of internet:

Noteer je documentatievragen. Gebruik voor elke documentatievraag een apart A4’tje.
Zoek radio- en tv-programma’s en filmpjes over je onderwerp.
Kijk en luister zoekend en precies
Let op structurerende zinnen en signaalwoorden.


Slide 4 - Slide

Maak aantekeningen direct onder elke documentatievraag:
– Schrijf de belangrijkste informatie op in steekwoorden.
Noteer de informatie schematisch met behulp van de signaalwoorden.
– Gebruik symbolen als streepjes, cijfers of letters voor opsommingen en pijltjes voor verbanden (bijvoorbeeld: oorzaak → gevolg; voordelen ↔ nadelen).
– Gebruik afkortingen, zoals bv. (bijvoorbeeld).



Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Lees nu 
over
documenteren
blz. 277+ 278 van je boek .

Slide 7 - Slide

Maken: blz. 54 startopdracht+ opdracht 1
Snel klaar, dan lees je verder in Adam Westerman 
Is iedereen klaar met opdracht 1, dan houden we klassikaal voor opdracht 2 een brainstorm over het onderwerp: wat weten jullie al over de geschiedenis van New York?
 
Maken in drietallen opdracht 2
Vraag 3 : maak van 4 A4tjes 1 grote mindmap

Slide 8 - Slide

Aan de slag

Slide 9 - Slide

H3E-2021

Slide 10 - Slide