What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
h.5 Woordenschat
Woordenschat
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Woordenschat
Slide 1 - Slide
Woordstrategie:
Zoek een bekend woorddeel.
h.5 Woordenschat
Slide 2 - Slide
De
betekenis
van een moeilijk woord kun je vaak vinden door
woordstrategieën
te gebruiken.
Je kijkt daarbij naar de
context
(in de buurt)
van het moeilijke woord.
Moeilijke woorden
Slide 3 - Slide
Welke woordstrategieën ken je al?
Woordstrategieën
Slide 4 - Slide
Soms staat er in de context een synoniem.
In de buurt van het woord:
'
onenigheid
' staat bijvoorbeeld '
ruzie
'
Door het bekende woord '
ruzie
' kun je dan afleiden dat '
onenigheid'
ongeveer hetzelfde betekent.
Synoniem
Slide 5 - Slide
Soms kun je een moeilijk woord begrijpen door een
omschrijving
van dat woord
Bij '
conservatorium
' staat bijvoorbeeld '
school waar je wordt opgeleid tot beroepsmusicus'
.
Definitie is een heel
nauwkeurige
omschrijving van een woord.
'
parallellogram
' = een vierhoek met twee paren evenwijdige zijden.
Omschrijving en definitie
Slide 6 - Slide
Soms staan er voorbeelden in de tekst om moeilijke woorden uit te leggen.
Sommige mensen zijn dol op '
reptielen
', zoals
krokodillen
,
hagedissen
en
schildpadden
.
Voorbeelden
Slide 7 - Slide
De betekenis van een moeilijk woord kun je soms vinden doordat er een
tegenstelling
van dat woord in de tekst staat:
De wiskundetoetsen voor havo en vwo zijn
identiek
, maar de beoordeling is
verschillend
.
Tegenstelling
Slide 8 - Slide
Een tegenstelling kun je herkennen aan de vorm.
Soms bestaat de tegenstelling uit het basiswoord plus een
voorvoegsel
als
a
-,
on
-,
in
-,
il
-,
im
-,
ir
- (= niet-):
symmetrisch ↔ asymmetrisch;
zorgvuldig ↔ onzorgvuldig; actief ↔ inactief
Tegenstelling
Slide 9 - Slide
Soms wordt de tegenstelling gevormd door het
voorvoegsel
te vervangen:
ingang ↔ uitgang; optimist ↔ pessimist
De tegenstelling kan ook een
heel ander
woord
zijn:
netjes ↔ slordig; slim ↔ dom;
globaal ↔ gedetailleerd
Tegenstelling
Slide 10 - Slide
synoniem
omschrijving
definitie
voorbeelden
tegenstelling
Ik ben dol op chocolade en mijn zus is gek op ijs.
Je organen zijn opgebouwd uit cellen, de kleinste bouwstenen van je lichaam.
Je mentale gezondheid gaat samen met je fysieke gesteldheid.
Voor een goed hygiëne is het slim om je handen te wassen en te niezen in je elleboog.
Vruchten zoals kiwi's en sinaasappelen bevatten veel vitamine C.
Mijn broer is heel chaotisch, mijn zus daarentegen is erg georganiseerd.
Slide 11 - Drag question
voorvoegsel is vervangen
een heel nieuw woord
voorvoegsel voor het basiswoord
invoer - uitvoer
globaal - gedetailleerd
zorgvuldig - onzorgvuldig
normaal - abnormaal
aanzetten - uitzetten
reeël - irreeël
Slide 12 - Drag question
voorvoegsel betekent: het tegenovergestelde
achtervoegsel
betekent
mogelijk
voorvoegsel betekent: niet.
samenstelling
een deel komt uit een
andere
taal
onwerkelijk
decentraliseren
wendbaar
mailbericht
Slide 13 - Drag question
De
betekenis
van een onbekend woord kun je soms ook raden doordat je een of meer
delen
van het woord
herkent
.
Bekend woorddeel
Slide 14 - Slide
Deze strategie is vooral zinvol bij
samenstellingen
en
afleidingen.
1.
Samenstellingen
zijn woorden die bestaan uit
twee of meer andere woorden.
Zoals
vrachtwagenchauffeur
,
energiedrankje
,
waterval.
samenstellingen
Slide 15 - Slide
betaalmiddel
:
je kent het woord 'betalen'.
'middel': is een manier om iets te doen.
Als deze twee woorden zijn samengevoegd kun je dus snel begrijpen dat bijvoorbeeld een
pinpas
een betaalmiddel is.
samenstellingen
Slide 16 - Slide
2. Afleidingen:
dit zijn woorden met een
voorvoegsel
of
achtervoegsel
.
desinteresse
je kent het woord 'interesse'.
Het voorvoegsel '
des
' geeft vaak het
tegenovergestelde aan. Het woord betekent:
ongeïnteresseerdheid
.
afleidingen
Slide 17 - Slide
Het woord '
besluiteloos
'
Het achtervoegsel '
loos
' betekent '
zonder
'.
Je kunt dus afleiden dat het woord betekent:
zonder te kunnen besluiten
.
afleidingen
Slide 18 - Slide
Soms kun je een woord ook begrijpen door je kennis van een andere taal.
lastminutereis: last (laatste), minute (minuut); een reis die op het laatste moment wordt geboekt.
andere taal
Slide 19 - Slide
Nieuw Nederlands
h.5 LEZEN afmaken.
klaar:
h. 5 woordenschat.
startopdracht en opdr. 1 en 2 maken
zelf aan de slag!
Slide 20 - Slide
More lessons like this
H.4 Woordenschat: zoek een tegenstelling
March 2022
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
3.5 woorden
March 2022
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1,2
3.5 woorden
January 2024
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1,2
Samenstellingen en afleidingen
April 2024
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Kijk op taal-H.5-beeldtaal-samenstelling- afleiding-havo1
May 2018
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
H4 + H5 woordenschat
June 2022
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
H4-27jan
January 2022
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Woordenschat-H.4-tegenstelling-havo1
April 2018
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1