Schrijven: geheugen opfrissen

Schrijven: geheugen opfrissen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Schrijven: geheugen opfrissen

Slide 1 - Slide

Wat is correct?
A
Geachte heer van den Berg,
B
Geachte heer Van Den Berg,
C
Geachte heer van den berg?
D
Geachte heer Van den Berg,

Slide 2 - Quiz

Ik heb nieuwe airpods gekocht op eBay!
Is eBay correct geschreven?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quiz

Formeel is hoe je met vrienden praat.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Wat is correct geschreven?
A
Ik ben op dinsdag 29 maart geboren.
B
Ik ben op Dinsdag 29 Maart geboren.
C
Ik ben op Dinsdag 29 maart geboren.
D
Ik ben op dinsdag 29 Maart geboren.

Slide 5 - Quiz

Welke schrijfdoelen zijn belangrijk bij de schrijfopdracht van deze periode?
A
Instrueren en overtuigen
B
Informeren en overtuigen
C
Amuseren en informeren
D
Informeren en instrueren

Slide 6 - Quiz

Groetjes, 
Hoi meneer,
Geachte meneer, mevrouw, 
Met vriendelijke groet,
Tot later! 
U
Informeel
Informeel
Informeel
Formeel
Formeel
Formeel

Slide 7 - Drag question

Formeel
Informeel

Slide 8 - Drag question

WAAR STAAT DE KOMMA OP DE JUISTE PLEK?
A
Ik vind Anne aardig, omdat ze me altijd helpt.
B
Ik vind Anne aardig omdat, ze me altijd helpt.
C
Ik vind Anne, aardig omdat ze me altijd helpt.
D
Ik vind Anne aardig omdat ze me, altijd helpt.

Slide 9 - Quiz

Op welk tekstverband wijzen de signaalwoorden 'want' en 'omdat'?
A
Opsomming
B
Conclusie
C
Tegenstelling
D
Reden

Slide 10 - Quiz

Wat gebruik je vaak bij een opsomming?
A
Komma's en het signaalwoord 'en'
B
Punten en het signaalwoord 'en'
C
Komma's en het woordje 'maar'
D
Punten en signaalwoord 'maar'

Slide 11 - Quiz

Wat is GEEN functie van de lay-out van een tekst?
A
De aandacht van de lezer trekken.
B
Nieuwe informatie toevoegen.
C
Informatie duidelijk onder elkaar zetten met opsommingstekens.
D
De tekst opvrolijken met bijvoorbeeld passende afbeeldingen.

Slide 12 - Quiz

Wat is hoort niet bij de lay-out van de tekst?
A
Tussenkopjes boven de deelonderwerpen.
B
Witregels tussen de deelonderwerpen.
C
De schrijver van de tekst.
D
Afbeeldingen.

Slide 13 - Quiz

Geef je klasgenoot feedback
- Wissel je schrijfopdracht uit met een klasgenoot.
- Welke feedback kun jij je klasgenoot geven?
- Vul het feedbackformulier in voor je klasgenoot.
- Bespreek de feedbackformulieren met elkaar.


Slide 14 - Slide

Verwerk feedback 
- Verwerk de feedback van je klasgenoot.
- Lever je opdracht in Canvas in.

Slide 15 - Slide