blok 3 gram 8 tm 10 (Rvl)

grammatica blok 3 
- bijstelling
- zelfstandig werkwoord
- hulpwerkwoord
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

grammatica blok 3 
- bijstelling
- zelfstandig werkwoord
- hulpwerkwoord

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Na deze les: 
- Weet je wat een bijstelling is. 
- Heb je geleerd wat een zelfstandig werkwoord en een hulpwerkwoord is. 
- Heb je geoefend om beiden te vinden in een zin. 

Slide 2 - Slide

Deel van een zinsdeel
Bijstelling


Slide 3 - Slide

De bijstelling:
  • is een deel van een zinsdeel;
  • staat altijd tussen komma's;
  • staat achter het zelfstandig naamwoord;
  • noemt dezelfde zaak/persoon nog een keer in andere bewoordelingen.

Slide 4 - Slide

Bijstelling
2GT, de leukste klas van het Pius x, is vandaag weer hard aan het werk.

Slide 5 - Slide

Bijstelling
2GT, de leukste klas van het Pius x, is vandaag weer hard aan het werk.

Slide 6 - Slide

Bijstelling
2GT, de leukste klas van het Pius X, is vandaag weer hard aan het werk.
2GT = de leukste klas van het Pius X

Slide 7 - Slide

Breid de zin uit met een bijstelling.
Martin ging gisteren naar het voetbal.

Slide 8 - Open question

Breid de zin uit met een bijstelling.
In Barcelona zagen we mooie gebouwen.

Slide 9 - Open question

Zelfstandig werkwoord (zww)

Wanneer een werkwoord in een zin de handeling aangeeft, dan is dat werkwoord een zelfstandig werkwoord. 

Het zelfstandig werkwoord is het belangrijkste werkwoord. 

Er staat altijd maar één zelfstandig werkwoord in een zin. (Vaak is het 't laatste werkwoord van de zin).


Slide 10 - Slide

Hulpwerkwoord (hww)
Een hulpwerkwoord is het hulpje van het zelfstandig werkwoord. 
Er kan altijd maar één zelfstandig werkwoord in een zin staan, maar
er mogen meerdere hulpwerkwoorden in een zin staan. 


Voorbeeld 1





Mijn zus wil graag leren tuinieren. 
Ik had gisteravond mijn huiswerk moeten maken. 

Slide 11 - Slide

hulpwerkwoord of zelfstandig werkwoord?
Soms zie je niet meteen of een werkwoord een zww of een hww is. Doe dan het volgende:
1. Onderstreep de persoonsvorm
2. Laat de persoonsvorm weg.
3. Maak een zin met de werkwoorden die over zijn.
4. Ga door tot je één werkwoord over hebt: dit is het zelfstandig werkwoord (zww).

Slide 12 - Slide

Zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik word bekeken
bekeken = .....
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 13 - Quiz

zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik heb gefietst
gefietst = .....
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 14 - Quiz

Zelf oefenen:
zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?
Ik heb gegeten
heb = .....
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 15 - Quiz

hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Kan
je
niet
beter
uitkijken!

Slide 16 - Drag question

hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Hij 
heeft
weer
niet
geluisterd.

Slide 17 - Drag question

hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Morgen
wordt
het
feest
gevierd.

Slide 18 - Drag question

Wat is het zelfstandig werkwoord in de zin:
"Ik ga heel erg mijn best doen."
A
ga
B
mijn best
C
erg
D
doen

Slide 19 - Quiz

hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Zij
laten
hun
auto
morgen
repareren. 

Slide 20 - Drag question

hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Haar
broers
zitten
me
altijd
te 
treiteren. 

Slide 21 - Drag question

hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Max
zou
dat
gedaan
kunnen
hebben.

Slide 22 - Drag question

Wat is het zelfstandige werkwoord in de zin:
Ik had mijn telefoon vandaag mee naar school moeten meenemen.

Slide 23 - Open question

Huiswerk

Maak opdracht 7 - 8 - 9
blz 

Slide 24 - Slide