Week 3 grammatica uitleg hulpwerkwoord en zelfstandig werkwoord

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Oefenen meewerkend voorwerp
Ga naar Magister Berichten en maak de twee oefeningen van Cambiumned. 
Geef daarna je score door aan je docent ;)
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Voorzetsel
Hulpwerkwoord

Zelfstandig werkwoord
Woordsoorten

Slide 4 - Slide

Welke vraag stel je om een meewerkend voorwerp in de zin te vinden?

Slide 5 - Open question

Is een zindsdeel dat begin met 'voor' altijd een meewerkend voorwerp?

Slide 6 - Open question

zelfstandig werkwoord

Slide 7 - Mind map

hulpwerkwoord

Slide 8 - Mind map

Slide 9 - Video

Slide 10 - Slide

Voorbeelden: 
     
     X                                                         X                                X
Ik at een koekje                             Ik heb een koekje gegeten       
    zww                                                 hww                        zww
       

Slide 11 - Slide

Het belangrijkste werkwoord van de zin is een...?
timer
0:10
A
HWW
B
ZWW

Slide 12 - Quiz

Er kan maar 1 HWW in de zin staan.
timer
0:10
A
juist
B
fout

Slide 13 - Quiz

Als je twee of meer werkwoorden hebt in de zin dan is de persoonsvorm ALTIJD een ...
timer
0:10
A
HWW
B
ZWW

Slide 14 - Quiz

Ik zwem graag baantjes.
zwem = ...
timer
0:10
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 15 - Quiz

Ik heb veel gefietst.
gefietst = .....
timer
0:10
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 16 - Quiz


Hoeveel zelfstandige werkwoorden kunnen er in een zin staan?
A
1
B
2
C
3

Slide 17 - Quiz

Er staat altijd een HWW in de zin.
A
juist
B
fout

Slide 18 - Quiz

In tweetallen aan de slag!
Je ontvangt per tweetal een tekstje
Lees samen de tekst door en markeer (in verschillende kleuren): 
hulpwerkwoorden en zelfstandige werkwoorden, 
lidwoorden, 
zelfstandig naamwoord, 
bijvoeglijk naamwoord, 
voorzetsel, 
persoonlijk voornaamwoord
timer
10:00

Slide 19 - Slide

Aan de slag!
blok 5 - grammatica
Maak: opdracht 11, 12.1, 12.2, 12.3, 
theorie, theorie, 12.4,
14.1-4, 15b en 20

timer
15:00

Slide 20 - Slide