Hoofd en punt 2

         Fase 2                                                        
Leestekens & nette mails schrijven
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1,3,4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

         Fase 2                                                        
Leestekens & nette mails schrijven

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les leren?
Je kunt zinnen schrijven met hoofdletters en punten.

Je kunt een nette email schrijven en sturen. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Geen hoofdletters


  • Bij namen van dagen (maandag, dinsdag, woensdag, etc.)
  • Bij namen van maanden (januari, februari, maart, etc.)
  • Bij namen van seizoenen (herfst, lente, winter, zomer)
  • Bij namen van windstreken (oost, west, zuid, noordwest, etc.)


Slide 4 - Slide

Einde van de zin

Slide 5 - Slide

Hoe schrijf je:
mevrouw kickken
A
Mevrouw kickken
B
Mevrouw Kickken
C
mevrouw Kickken

Slide 6 - Quiz

Hoe schrijf je:
engelse drop
A
Engelse drop
B
engelse drop
C
Engelse Drop
D

Slide 7 - Quiz

Hoe schrijf je:
januari
A
Januari
B
januari

Slide 8 - Quiz

Hoe schrijf je:
maarten van der aa
A
Maarten van der aa
B
maarten Van der Aa
C
Maarten Van Der Aa
D
Maarten van der Aa

Slide 9 - Quiz

Hoe schrijf je:
's avonds ga ik slapen
A
's avonds ga ik slapen.
B
's Avonds ga ik slapen.
C
'S avonds ga ik slapen.

Slide 10 - Quiz

Hoe schrijf je:
ik ga met kerstmis naar heerlen

A
Ik ga met Kerstmis naar Heerlen.
B
Ik ga met Kerstmis naar heerlen.
C
Ik ga met kerstmis naar Heerlen.
D
ik ga met Kerstmis naar Heerlen.

Slide 11 - Quiz

Aan de slag
- Je maakt het werkblad over hoofdletters
- Dit doe je alleen
- Maak eerst een cirkel om alle woorden waar een hoofdletter moet staan, schrijf daarna de zin opnieuw op. 
- We gaan straks de antwoorden klassikaal bespreken
- Je hebt 15 minuten de tijd 
- Klaar? Laat je antwoorden door mij checken. 
timer
15:00

Slide 12 - Slide

timer
1:00

Slide 13 - Slide

Nette email schrijven

Slide 14 - Slide

Waarvoor zou je een email kunnen sturen?

Slide 15 - Mind map

Hoe kun je een mail maken?
- Naar wie moet de mail toe?
- Wat is het onderwerp van de mail?

Slide 16 - Slide

Begin met een groet
- Hallo, beste mevrouw/meneer, goedemiddag, beste

- Schrijf daarna een komma , en druk 2x op enter

Slide 17 - Slide

De kern
- Schrijf nu wat je wilt vragen
Begin zinnen nooit met "ik" , dat staat niet zo mooi. 

Slide 18 - Slide

Afsluiten
- Groetjes, vriendelijke groeten

- Schrijf een komma (,) en klik 2x op enter

- Sluit af met je naam

Slide 19 - Slide

Aan de slag
-Je krijgt een blad met een opdracht om zelf een mail te schrijven.
-Schrijf je mail via Gmail van je schoolaccount
-Als je vragen hebt kun je die aan mij stellen
-Wanneer je een goede mail stuurt krijg je een antwoord terug.
-We werken hier aan tot 11:35
timer
1:00

Slide 20 - Slide

Wat vonden we dan deze les?
- Beantwoord de volgende vragen over deze les

Slide 21 - Slide

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 22 - Open question

Hoe vond je je werkhouding deze les?

Slide 23 - Open question

Zijn er dingen die ik anders zou moeten doen? Wat dan?

Slide 24 - Open question