T2 BS 4 Cellen M/H

Welkom!
Ga lekker zitten op je plekje
Mobiel op stil! En in je tas. 
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Ga lekker zitten op je plekje
Mobiel op stil! En in je tas. 

Slide 1 - Slide

De planning:
- Leerdoelen
- Uitleg basisstof 4 Cellen
-  Aan de slag!
- Leerdoelen controleren
-

Slide 2 - Slide

Leerdoelen:
- Je kan uitleggen waarom er verschillen zitten tussen een plantaardige cel en een dierlijke cel.


Slide 3 - Slide

Uitleg basisstof 4! 
Into the cell

Slide 4 - Slide

Een cel
Aangezien elk organisme op aarde gemaakt is van cellen, 
moeten cellen veel taken kunnen uitvoeren.

Maar de cel moet ook voor zichzelf kunnen zorgen om in leven te blijven.
Het kost energie om deze taken uit te voeren.


 

Slide 5 - Slide

Twee soorten
Omdat planten op een andere manier energie krijgen dan dieren, zitten er ook verschillen tussen de cellen.
Er zijn dus plantaardige cellen (van planten), 
en dierlijke cellen (van dieren)

Er zitten verschillen en overeenkomsten tussen deze twee cellen. 

Slide 6 - Slide

Schematische tekening plantencel
Plantencel onder de microscoop

Slide 7 - Slide

Schematische tekening dierlijke cel
Dierlijke cel (wangcel) onder de microscoop

Slide 8 - Slide

Verschillen en overeenkomsten
Er zitten een aantal onderdelen in een cel.
Deze onderdelen noem je: Organellen.

Plantaardige cellen en dierlijke cellen hebben beide organellen.
We bespreken nu eerst de celorganellen die plantaardige en dierlijke cellen beide hebben. 



Slide 9 - Slide

Celmembraan
Een membraan is een dun vliesje.
Celmembraan is dus het dunne vliesje wat aan de buitenkant van de cel zit.
Er zitten kleine poortjes in het celmembraan, waardoor stoffen naar binnen en buiten kunnen. 
Celmembraan is gemaakt van vetten en eiwitten.

Slide 10 - Slide

Cytoplasma
In de cel zit niet gewoon maar water.
Er zit een dikke vloeistof in, waar voedingsstoffen en andere deeltjes in zweven. Dit heet cytoplasma.

Plantaardige cellen en dierlijke cellen hebben beide cytoplasma in hun cel. 

Slide 11 - Slide

Celorganellen
Het belangrijkste organel is de celkern. 
De celkern is het hoofdkwartier in de cel, en het regelt wat de cel moet doen. 
Plantaardige en dierlijke cellen hebben beide een celkern.


Slide 12 - Slide

Kernmembraan
Er zit ook een vliesje om de kern heen, zodat de belangrijke informatie niet beschadigd raakt.
Dit het het kernmembraan.

De vloeistof die in de in celkern zit, heet kernplasma.

Slide 13 - Slide

Verschillen en overeenkomsten

Slide 14 - Slide

Kort aan de slag!
Maken:  Vraag 1 van basisstof 4
MAVO: 
HAVO: Blz. 112

Tijd: 5 minuten
Klaar? Lees de tekst van basisstof 4


Slide 15 - Slide

Hoe kunnen we die organellen zien?
Met een microscoop!

We gaan dit zelf ook doen!
Een microscoop is een bijzonder instrument, dus je moet er voorzichtig mee om kunnen gaan.

Slide 16 - Slide

De microscoop!

Slide 17 - Slide

Aan de slag!
Lezen: Leren Onderzoeken op blz. 145 en 146
Maken: Vraag 1
HAVO: blz. 137 t/m 139
VWO: blz. 145 t/m 147
Tijd: 15 minuten
Vraag? Overleg met buurpersoon of lees de tekst. 
Klaar? Nakijken of verder lezen van basisstof 4

Slide 18 - Slide

Leerdoelen:
- Je kan uitleggen waarom er verschillen zitten tussen een plantaardige cel en een dierlijke cel.

- Je kan de onderdelen van de microscoop benoemen.

Slide 19 - Slide

Volgende les

Verder uitleg basisstof 4
cellen
Huiswerk:

Pak Plenda of agenda!

Leren Onderzoeken op blz. 145 en 146
Maken: Vraag 1 en 2 op blz. 147

Slide 20 - Slide

Tot morgen!

Slide 21 - Slide