Begrijpend lezen blok 3 les 2

Begrijpend lezen
Blok 3 les 3
Leesboek bladzijde 32 & 33
1 / 12
next
Slide 1: Slide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 5

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Begrijpend lezen
Blok 3 les 3
Leesboek bladzijde 32 & 33

Slide 1 - Slide

Doel van de les
Je gaat aan de slag met let-op! woorden.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat zijn de let-op! woorden van tijd?
Eerst eet ik mijn brood op.
Dan drink ik mijn melk.
Daarna poets ik mijn tanden.

Slide 4 - Open question

Wat zijn de let-op! woorden van plaats?
Oh, ik ben mijn fietssleuteltje kwijt.
Ik zoek in mijn zakken, maar daar vind ik het niet.
Ik kijk in mijn tas. Gelukkig, daar is het.

Slide 5 - Open question

Wat zijn de let-op! woorden van vergelijking?
Het prinsesje was zo mooi.
Haar ogen zo blauw als een prachtig meer.
Haar lippen zo rood als de heerlijkste kersen.
Haar huid zo zacht als een rijpe perzik.

Slide 6 - Open question

Leesboek bladzijde 32 & 33
Lees samen met je buurman of buurvrouw.
Je leest om de beurt een stuk van de tekst (de tekst bestaat uit vier blokken).
Ben je klaar met lezen? Beantwoord dan deze vragen:

1. Wat is de titel?
2. Wat voor soort tekst is het (weettekst, verhaal of gedicht)?
3. Wat betekent het woord steil en beleefd?

Slide 7 - Slide

De titel van de tekst is: Een nieuw huis. Waar gaat de tekst over?
A
De worm en de sprinkhaan verhuizen naar de appelboom.
B
Een nieuw huis voor de worm.
C
De sprinkhaan en de worm gaan samenwonen.
D
Een nieuw huis voor de sprinkhaan.

Slide 8 - Quiz

'Ik word zo duizelig!' riep de worm.
Wanneer word je duizelig?
A
Als je dak naar beneden komt, word je duizelig.
B
Als je je misselijk voelt, wordt je duizelig.
C
Als alles gaat draaien wordt je duizelig.
D
Als je veel appels eet wordt je duizelig.

Slide 9 - Quiz

Sprinkhaan klom naar de top.
Daar vond hij een grote appel.
Daar geeft een plaats aan. Waar is daar?

Slide 10 - Open question

Maak de invulsamenvatting

Zie het blaadje dat je hebt gekregen.
Je werkt met je buurman of buurvrouw samen. 

Slide 11 - Slide

De volgende keer...
Vrijdag gaan we de nieuwe tekst lezen:

Voor de arme kinderen

Slide 12 - Slide