De plaats van het wederkerend voornaamwoord
- Bij de volgende tijden komt het wederkerend vnw altijd vóórhet werkwoord en gescheiden:
- Presente: Yo me lavo la cara.= ik was mijn gezicht
- Presente perfecto: Yo me he lavado la cara= ik heb mijn gezicht gewassen
- Pretérito indefinido: Yo me lavé la cara.= ik heb mijn gezicht gewassen
- Pretérito imperfecto: Yo me lavaba la cara. = ik heb mijn gezicht gewassen
- Bij de gebiedende wijs bevestigend komt het wederkerend vnw erachter en eraan vasgtgeschreven:
-Imperativo afirmativo: lávate la cara. = was je gezicht - Bij de gebiedende wijs ontkennend komt het wederkerend vnw altijd vóór de werkwoord:
-Imperativo negativo: No te laves la cara.= was je gezicht niet.