7.11 hoe kom ik daar

Welkom M1C
1 / 54
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 54 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom M1C

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Op het station

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat leer ik vandaag?

  1. Ik leer borden lezen.
  2. Weet je hoe je moet reizen.


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Het is tien uur. Aras is op het station. 
Hij gaat met de trein naar Den Haag. Hij gaat naar Sergei. 
De trein naar Den Haag gaat om één minuut over tien. 
Aras heeft nog een minuut. En dan vertrekt de trein. 
Aras moet snel zijn. Hij moet opschieten. 
Hij heeft een afspraak met Sergei. 
Hij mag de trein niet missen. 
Aras is te laat. Hij mist de trein. De trein is al weg. 
Hij moet nu een half uur wachten. Aras pakt zijn telefoon. Hij belt zijn vriend Sergei.


Sergei Met Sergei Cvetanovic.
Aras Ja, hallo, met Aras.
Sergei Hé, jij zit nu toch in de trein?
Aras Nee, ik ben op het station. Ik heb de trein gemist.
Sergei O, hoe laat kom je?
Aras Ik neem de trein van half elf. Ik kom om twaalf uur aan.
Sergei Goed, dan kom ik je ophalen.
Aras Waar spreken we af?
Sergei In de hal van het station, onder de wolk. Is dat een goede plaats?
Aras Ik weet niet. Wat is de wolk?
Sergei Een kunstwerk, lijkt op een wolk. Je ziet hem wel hangen, kan niet missen. Allemaal lichtjes.
Aras Oké, dan spreken we daar af.
Sergei Maar mis de trein nou niet weer.
Aras Nee, ik ga nu naar de trein.
Sergei Oké, goede reis.
Aras Bedankt. Dag.
Sergei Doei.

Het is tien uur. Aras is op het station. 
Hij gaat met de trein naar Den Haag. 
Hij gaat naar Sergei. 
De trein naar Den Haag gaat om één minuut over tien. 
Aras heeft nog een minuut. En dan vertrekt de trein. 
Aras moet snel zijn. Hij moet opschieten. 
Hij heeft een afspraak met Sergei. Hij mag de trein niet missen. Aras is te laat. Hij mist de trein. De trein is al weg. 
Hij moet nu een half uur wachten. 
Aras pakt zijn telefoon. Hij belt zijn vriend Sergei.



Aras Nee, ik ben op het station. Ik heb de trein gemist.
Sergei O, hoe laat kom je
Aras Ik neem de trein van half elf. Ik kom om twaalf uur aan.
Sergei Goed, dan kom ik je ophalen.
Aras Waar spreken we af?
Sergei In de hal van het station, onder de wolk. Is dat een goede plaats?
Aras Ik weet niet. Wat is de wolk?
Sergei Een kunstwerk, lijkt op een wolk. Je ziet hem wel hangen, kan niet missen. Allemaal lichtjes.
Aras Oké, dan spreken we daar af.
Sergei Maar mis de trein nou niet weer.
Aras Nee, ik ga nu naar de trein.
Sergei Oké, goede reis.
Aras Bedankt. Dag.
Sergei Doei.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Sergei:    Met Sergei Cvetanovic.
 Aras:        Ja, hallo, met Aras.
 Sergei:    Hé, jij zit nu toch in de trein?
 Aras:        Nee, ik ben op het station. Ik heb de trein gemist.
 Sergei:    O, hoe laat kom je?
 Aras:        Ik neem de trein van half elf. Ik kom om twaalf uur aan.
 Sergei:    Goed, dan kom ik je ophalen.
 Aras:        Waar spreken we af?
 Sergei:    In de hal van het station, onder de wolk. Is dat een goede plaats?
 Aras:        Ik weet niet. Wat is de wolk?
 Sergei:    Een kunstwerk, lijkt op een wolk. Je ziet hem wel hangen, kan niet missen. Allemaal lichtjes.
 Aras:       Oké, dan spreken we daar af.
 Sergei:   Maar mis de trein nou niet weer.
 Aras:       Nee, ik ga nu naar de trein.
 
Sergei:   Oké, goede reis.
Aras:       Bedankt. Dag.
Sergei:   Doei.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

1
2
3
4
5
De trein staat op het station.
Aras belt Sergei op.
Aras is op het station.
Aras mist de trein.
De trein vertrekt.

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Aras is om 10 uur op het station.
A
goed
B
fout

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Aras gaat met de trein naar Den Haag.
A
goed
B
fout

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Aras moet snel naar de trein.
A
goed
B
fout

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Aras moet tot 11 uur wachten.
A
goed
B
fout

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Waar is Aras?
A
in de trein
B
op het station

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Waar spreken Aras en Sergei af?
A
in de hal van het station, onder de wolk
B
in het station, bij de trein

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Luisterfragmenten
De weg vragen
Stationsomroep
De sleutel is kwijt
Het is druk

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

Aandacht voor het woord openbaar vervoer en eindbestemming.
Doen
Je krijgt 5 afbeeldingen te zien.

Beschrijf wat je ziet of wat de mensen doen op die afbeelding.

Belangrijk: maak een zin die begint met een hoofdletter en eindigt met een punt.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wat zie je op de afbeelding?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Wat zie je op de afbeelding?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Wat zie je op de afbeelding?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Wat zie je op de afbeelding?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Wat zie je op de afbeelding?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Heb jij wel eens met het openbaar vervoer gereisd?
Ja
Nee

Slide 21 - Poll

This item has no instructions

Met welke vorm van openbaar vervoer heb je wel eens gereisd?
Geen, ik reis nooit met het openbaar vervoer
Bus
Trein
OV-fiets
Metro
Taxi
Veerboot
Tram

Slide 22 - Poll

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

Gebruik deze afbeelding om blz. 110 te bespreken. 
Uitleg
Blz. 112. We lezen samen de uitleg en bekijken het voorbeeld.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Belangrijk
Als je reist met het openbaar vervoer is het belangrijk dat:

1. Je weet welk vervoersmiddel je moet nemen.
2. Waar je moet "opstappen"
3. Hoe laat je vervoersmiddel vertrekt.
4. Bij welke halte je uit moet stappen.
5. Hoe laat je ongeveer op je eindbestemming aankomt.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Wat kun je doen als je de juiste halte mist?

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Doen
blz. 113 en 114. We bekijken samen de strip. Daarna geven we antwoord op de vragen die bij de strip horen. 
Dat zijn in totaal 7 vragen.

Daarna bespreken we de antwoorden. 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

Besteed aandacht betekenis van de. blauwe woorden in dit uitlegblok.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Doen
Je ziet op de volgende dia's een plaatje van een informatie bord. 

Over dit bord krijg je 4 vragen. 

Probeer het antwoord op het informatiebord te vinden.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Op welk spoort vertrekt de trein?

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Waar gaat deze trein naartoe?

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Hoe laat vertrekt de trein?

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Op welke stations stopt de trein nog meer?

Slide 34 - Open question

This item has no instructions

Zelf informatie vinden

Lees de situatie.
Bekijk de informatieborden.

Geef antwoord op de vragen. Werk samen of alleen.
Samen bespreken we de antwoorden.

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Informatie uit spraakberichten
Als je reist, kun je informatie vinden door te lezen op een bord of in je app.

Er worden ook berichten omgeroepen.
Dat noemen we een "omroepbericht".

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Luisteren
We gaan luisteren naar een omroepbericht.
Na het luisteren geven we antwoord op 3 vragen:

1. Voor elke reizigers geldt dit omroepbericht?
2. Waarom rijden er geen treinen?
3. Wanneer rijden er weer treinen?

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Voor welke reizigers geldt dit omroepbericht?

Slide 39 - Open question

This item has no instructions

Waarom rijden er geen treinen?

Slide 40 - Open question

This item has no instructions

Wanneer rijden er weer treinen?

Slide 41 - Open question

This item has no instructions

Nog een keer luisteren
We luisteren nog een keer naar een fragment.
Daarna geven we antwoord op deze vragen:

1. Voor elke reizigers geldt dit omroepbericht?
2. Waarom rijden er geen treinen?
3. Wat moeten de reizigers nu doen om op hun eindbestemming te komen?

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Voor elke reizigers geldt dit omroepbericht?

Slide 43 - Open question

This item has no instructions

Waarom rijden er geen treinen?

Slide 44 - Open question

This item has no instructions

Wat moeten de reizigers nu doen om op hun eindbestemming te komen?

Slide 45 - Open question

This item has no instructions

Een laatste bericht
Bij dit laatste luisterfragment horen 4 vragen:

1. In welke trein hoor je dit bericht?
2. In welke twee plaatsen stopt de trein onderweg?
3. Welke twee tips geeft de omroeper in het bericht?
4. Waarom geeft de omroeper deze tips volgens jou?

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

In welke trein hoor je dit bericht?

Slide 47 - Open question

This item has no instructions

In welke twee plaatsen stopt de trein onderweg?

Slide 48 - Open question

This item has no instructions

Welke twee tips geeft de omroeper in het bericht?

Slide 49 - Open question

This item has no instructions

Waarom geeft de omroeper deze tips volgens jou?

Slide 50 - Open question

This item has no instructions

Extra opdracht
Je gaat een reis met de trein plannen en je gebruikt hiervoor een reisplanner op internet.

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

Slide 52 - Slide

This item has no instructions

Doen
Je gaat de reis plannen.

Stap 1: ga naar www.ns.nl
Stap 2: vul de reisplanner in op de website.

Van: station Woerden. vertrek om 9.00
Naar: Utrecht Centraal.

Slide 53 - Slide

This item has no instructions

Nu zelf:
Stap 1: ga naar www.ns.nl
Stap 2: plan de reis met de hulp van de situatie.
Stap 3; vul de reisplanner is.
Stap 4; geef antwoord op de vragen 
in je boek op blz 123.

Slide 54 - Slide

This item has no instructions