FF - signaalwoorden en tekstverbanden

Afsluitende toets
Dinsdag 15 juni


1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Afsluitende toets
Dinsdag 15 juni


Slide 1 - Slide

Leerstof voor de toets
- Grammatica
- Spelling
- Begrijpend lezen
- Taalbeschouwing 

Slide 2 - Slide

Signaalwoorden

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Slide

Signaalwoorden
Haiko was blij.
Haiko had veel cadeautjes voor zijn verjaardag gekregen.

Slide 5 - Slide

Signaalwoorden
Haiko was blij, want hij had veel cadeautjes voor zijn verjaardag gekregen.

Slide 6 - Slide

Welke signaalwoorden herken je?
Mijn kleine zusje heeft alles van eenhoorns. Zo heeft ze een eenhoornpyjama, eenhoornsokken en -behang. Een ander mooi voorbeeld is haar nieuwe eenhoornrugtas. Die heeft ze voor haar verjaardag gekregen.

Slide 7 - Slide

Welke signaalwoorden herkende je?

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Geef een voorbeeld van een zin met een signaalwoord van tegenstelling:

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Welk signaalwoord?
Klaas eet zijn bord niet leeg, want hij zit hartstikke vol.

Slide 15 - Slide

'Want' is een signaalwoord. Welk verband geeft het aan?
A
Een uitleg
B
Een voorbeeld
C
Een tegenstelling
D
Een opsomming

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Welk verband geeft het signaalwoord aan in de zin?

Slide 19 - Slide

Kortom, kom in actie als je ziet dat iemand uit je klas gepest wordt. Uiteindelijk is dat voor iedereen het beste!
A
Uitleg
B
Tegenstelling
C
Samenvatting
D
Conclusie

Slide 20 - Quiz

De klas vond de taaltoets erg moeilijk. Dat bleek wel uit de lage cijfers.
A
Uitleg
B
Tegenstelling
C
Samenvatting
D
Conclusie

Slide 21 - Quiz

Paarden verharen twee keer per jaar. In de lente krijgen ze een dunnere zomervacht en in de herfst een dikke wintervacht. Hetzelfde geldt voor veel honden.
A
Uitleg
B
Vergelijking
C
Tegenstelling
D
Opsomming

Slide 22 - Quiz

Daisy houdt niet van kroketten, maar ze vindt frikadellen echt overheerlijk.
A
Uitleg
B
Vergelijking
C
Tegenstelling
D
Opsomming

Slide 23 - Quiz

Maak de oefeningen 

Slide 24 - Slide