M2B_unit4_lesson3_27092019

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Unit 4: Worldwide

Iesson 3: All we need is help

Today

• Telefoons weg, boeken op tafel!
  
• use of IF or WHEN
  
• bijwoorden eindigend op -ly
  
• oefenen!
  

Unit 4: lesson 3

IF betekent 'in het geval dat': het is dus nog een onzeker wat er gaat gebeuren/kan gebeuren.

Voorbeeld: If I had a lot of money, I would go on a trip around the world.

WHEN betekent 'zodra' of 'op het moment dat', die gebruik je als iets zeker gaat gebeuren.

Voorbeeld: I will get my own house when I am older.

Unit 4: lesson 3: bijwoorden

Bijwoord: zegt iets over

- een werkwoord - He dances easily

- een ander bijwoord - He dances very slowly

- een bijvoeglijk naamwoord - It is an extremely dangerous job

- een hele zin - Unfortunately, I can't come to your birthday.

Bijwoorden eindigen op vaak op  -y!

Unit 4: lesson 3: bijwoorden

Wat is het verschil met een bijvoeglijk naamwoord?

Een bijvoeglijk naamwoord hoort altijd bij een zelfstandig naamwoord

- The yellow car is my dad's car

- That tower is very high.

Unit 4: lesson 3: bijwoorden

Hierna volgt een filmpje waarin het wordt uitgelegd wat het verschil is tussen  een bijvoeglijk naamwoord (adjective) en een bijwoord (adverb).

Een NOUN is een zelfstandig naamwoord

Een VERB is een werkwoord.

Unit 4: zelf doen!

Hand outs ! Je kunt het nu zelf proberen.

Vragen? Ask me!

Homework

Hand outs afmaken