05/10, H2 Taalverzorging Spelling (2)

Mavo 4
Nederlands
Hoofdstuk 2
Spelling (2)

Zinnen met meerdere persoonsvormen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Mavo 4
Nederlands
Hoofdstuk 2
Spelling (2)

Zinnen met meerdere persoonsvormen

Slide 1 - Slide

Inhoud van deze les

  • Bespreken van het huiswerk (opdracht 4+5, HS 3, Lezen)
  • Zinnen met meerdere persoonsvormen
  • schrijfvaardigheid: HH betoog, formulier
  • Zelf aan de slag 

Slide 2 - Slide




Huiswerk: opdracht 4 t/m 6 (p.61) bespreken.

Slide 3 - Slide

Mededelingen
  • Fictiedossier: 1) leesautobiografie
                                    2) opdracht bij boek 1
                                    3) opdracht bij boek 2
KRANTENARTIKEL kun je niet gebruiken!! Deze was ipv de presentatie.

  • Toets H1 en 2  Taalverzorging en woordenschat: 25-9-23. Tip: oefenmateriaal in LessonUp (wel eerst registreren!!) of NN online!
  • Elke dag lezen!!! Na de herfstvakantie eerste opdracht inleveren!!
                                     

Slide 4 - Slide

Doelstelling
Aan het eind van deze les kun je alle werkwoordsvormen in samengestelde zinnen correct spellen.
Aan het eind van de les weet je hoe je correct een formulier  moet invullen.

Slide 5 - Slide

Aan elkaar
  • Werkwoorden die beginnen met voorzetsels als op, over, na.
    -> Ik heb mijn kamer opgeruimd. Ik ga mijn kamer opruimen.

  • Samengestelde zelfstandige naamwoorden
    -> kassabon                          en niet: kassa bon
    -> schoonmaakdoekje     en niet: schoonmaak doekje
    -> langeafstandsloper      en niet: lange afstandsloper

Slide 6 - Slide

Aan elkaar
  • Samengestelde aardrijkskundige namen
      -> Noord-Holland, Zuid-Afrikaans

  • Getallen tot en met het woord duizend.
    -> zesenzeventig (76), vijfhonderd (500)
    -> drieëntwintigduizend (23.000)
    -> drieduizend zeshonderdentwaalf (3.612)

Slide 7 - Slide

Aan elkaar
  • Voorzetsels met woorden als er-, daar-, hier- en waar-
      -> ermee, hierbij, waardoor

  • Twee voorzetsels die achter elkaar staan
    -> achteruit
    -> bovenop
    -> tussendoor

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Uitleg: Zinnen met meerdere persoonsvormen
In deze zin gebeuren twee dingen.

De zin heeft 
ook twee persoonsvormen

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide


De persoonsvormen in deze zin zijn dus gaan en is
Kamperen is ook een werkwoord, maar dat verandert niet en is dus geen persoonsvorm.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Wat zijn de persoonsvormen in de zin?
Isabel heeft de hele wedstrijd zitten kijken, maar heeft niet alle doelpunten gezien.

Slide 16 - Slide

Verander de tijd in de zin
Isabel heeft de hele wedstrijd zitten kijken, maar heeft niet alle doelpunten gezien.

Isabel had de hele wedstrijd zitten kijken, maar had niet alle doelpunten gezien.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

Wat zijn de persoonsvormen in de zin?
Wij gaan elk jaar kamperen in Frankrijk, want mijn vader is gek op stokbrood.

Slide 19 - Slide

Verander de tijd in de zin
Wij gaan elk jaar kamperen in Frankrijk, want mijn vader is gek op stokbrood.

Wij gingen elk jaar kamperen in Frankrijk, want mijn vader was gek op stokbrood.

Slide 20 - Slide

Isabel heeft de hele wedstrijd zitten kijken, maar heeft niet alle doelpunten gezien.

Slide 21 - Open question

Hoofdstuk 1 Woordenschat
https://www.lessonup.com/nl/lesson/xxji9PZbyjpT3ucBh/T8wvLnRtR6TnNnNTq

Slide 22 - Slide

formulier invullen
-lees de opdracht;
- lees het formulier globaal;
- bekijk waar je wat moet invullen, aankruisen, doorstrepen;
- eerst met potlood invullen;
- geldt een vraag niet voor jou? Dan n.v.t. invullen;
- controleer of je alles hebt ingevuld.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Zelf aan de slag
HW 11/10: invullen aanmeldingsformulier

examenbundel: blz 66+67 formulier

maken oefening aanmeldingsformulier

Slide 25 - Slide