Voorbeeld:Björn Kuipers fluit de wedstrijd.
Stap 1: zoek de persoonsvormvraagproef, de persoonsvorm staat vooraan
Fluit Björn Kuipers de wedstrijd?
Stap 2: zoek het onderwerp
Wie of wat + persoonsvorm?
Wie fluit (de wedstrijd)? Björn Kuipers
Stap 3: zoek het lijdend voorwerp
Wie of wat + persoonsvorm + onderwerp
Wat fluit Björn Kuipers? de wedstrijd