What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Project grammatica spelling en formuleren les 8
Project grammatica spelling en formuleren
zinsdeelzinnen
1 / 11
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
11 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Project grammatica spelling en formuleren
zinsdeelzinnen
Slide 1 - Slide
Deze les
- Lesdoel
- Terugblik/voorkennis
- Uitleg
- Aan de slag
Slide 2 - Slide
Lesdoel
Je kunt onderscheid maken tussen zinsdelen en zinsdeelzinnen.
Je kunt zinsdeelzinnen herkennen.
Je kunt zinsdeelzinnen benoemen.
Je weet het verschil tussen zelfstandige, koppel- en hulpwerkwoorden.
Je kunt zelfstandige, koppel- en hulpwerkwoorden herkennen in samengestelde zinnen.
Je weet hoe je door het gebruik van verwijs- en signaalwoorden verbanden tussen zinnen kunt aanbrengen.
Slide 3 - Slide
Wat is de hoofdzin en wat is de bijzin?
Als je als eerste over de finish komt, win je het toernooi.
Slide 4 - Open question
Benoem de persoonsvorm en het onderwerp:
Mijn moeder zei dat ik als baby altijd aan het lachen was.
Slide 5 - Open question
Benoem persoonsvorm en onderwerp
De geïnteresseerde leerling maakt zijn huiswerk altijd.
Wie geïnteresseerd is, maakt zijn huiswerk altijd.
Die leerling krijgt een beter cijfer.
Als je het schoolfeest organiseert, krijg je een beter cijfer.
Slide 6 - Slide
onderwerpszin
De geïnteresseerde leerling
maakt
zijn huiswerk altijd.
Wie geïnteresseerd is
,
maakt
zijn huiswerk altijd.
Die leerling
krijgt
een beter cijfer.
Wie het schoolfeest organiseert,
krijgt
een beter cijfer.
Slide 7 - Slide
ander voorbeeld
Ik zag
dat Jana een nieuwe tas heeft
. -> lijdend voorwerpzin
Ik zag Jana's nieuwe tas. -> lijdend voorwerp
Slide 8 - Slide
Aan de slag
- Ga weer in de groepjes zitten.
- Lees goed in het boekje wat je moet doen.
- Ik loop rond -> eerst zelf goed lezen (ook de theorieblokjes).
Maak les 8 in je schrift.
Slide 9 - Slide
Lesdoel
Je kunt onderscheid maken tussen zinsdelen en zinsdeelzinnen.
Je kunt zinsdeelzinnen herkennen.
Je kunt zinsdeelzinnen benoemen.
Je weet het verschil tussen zelfstandige, koppel- en hulpwerkwoorden.
Je kunt zelfstandige, koppel- en hulpwerkwoorden herkennen in samengestelde zinnen.
Je weet hoe je door het gebruik van verwijs- en signaalwoorden verbanden tussen zinnen kunt aanbrengen.
Slide 10 - Slide
controlevragen
Wat is het verschil tussen een zinsdeel en een zinsdeelzin?
Wat is het verschil tussen een hoofdzin en een bijzin?
Welke zinsdeelzinnen ken je?
Hoe weet je welk zinsdeel de bijzin is?
Wat is het verschil tussen zelfstandige, koppel- en hulpwerkwoorden?
Wat is de relatie tussen verwijs- en signaalwoorden en aantrekkelijk formuleren?
Slide 11 - Slide
More lessons like this
Project grammatica spelling en formuleren les 8
September 2024
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Grammatica: les 2 hoofd- en bijzinnen
May 2023
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Zinsdeelzinnen
January 2024
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Zinsdeelzinnen
March 2024
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Grammatica zinsdelen: zinsdeelzin
April 2022
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Klas 2 Grammatica redekundig - extra uitleg
June 2024
- Lesson with
43 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
06. H5 Grammatica Zinsdelen
May 2023
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
2 th - Samenvatten / Oefentoets les 1, 2, 3
June 2024
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2