1.4 Schimmelrijk en bacterierijk

Hoofdstuk 1 - Organismen uit vier rijken
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 1 - Organismen uit vier rijken

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Drag question

Hoofdstuk 1 - Organismen uit vier rijken
1.1 - Organismen indelen
1.2 - Plantenrijk
1.3 - Dierenrijk
1.4 - Schimmelrijk en bacterierijk
1.5 - Voedselkringloop
1.6 - Biotechniek

Slide 3 - Slide

1.4 - Schimmelrijk en bacterierijk

Slide 4 - Slide

Doelen van de paragraaf
Je kan uitleggen hoe schimmels er uit zien
Je kan uitleggen hoe schimmels groeien
Je weet hoe schimmels zich voortplanten
Je weet hoe een schimmelcel er uit ziet
Je kan vertellen welke onderdelen in een schimmelcel te vinden zijn
Je weet hoe een bacterie er uit ziet
Je weet hoe een bacterie zich voortplant
Je weet hoe bacteriën en schimmels zich verspreiden
Je kan uitleggen hoe je kan voorkomen dat bacteriën en schimmels in en op voedsel groeien

Slide 5 - Slide

Schimmels
bestaan uit: dunne draden
planten zich voort door: sporen

Slide 6 - Slide

Schimmels
(Meercellige) schimmels bestaan uit lange schimmeldraden.

Ze planten zich voort met sporen die groeien aan het einde van een schimmeldraad of in een speciaal voortplantingsorgaan: de paddestoel.

Slide 7 - Slide

Schimmelcel
Langwerpig
Zelfde onderdelen als plantencel, behalve..........(?).......
Korte kanten aan elkaar
Lange draden (meters)


Slide 8 - Slide

Bacteriën
bestaan uit: één cel
planten zich voort door: celdeling

Slide 9 - Slide

Celdeling



Exponentiële groei


Slide 10 - Slide

Bacteriën
Heel klein, enkele micrometers
1 micrometer = 0,001 mm

Maar drie celonderdelen.
Geen celkern! Chromosomen (DNA) liggen los in het cytoplasma



Slide 11 - Slide

Schimmelcellen hebben geen...
A
celwand
B
bladgroenkorrel
C
celkern
D
cytoplasma

Slide 12 - Quiz

Een bacterie:
A
bestaat uit een bacteriekolonie
B
bestaat uit een klein groepje cellen
C
bestaat uit 1 cel
D
is geen cel

Slide 13 - Quiz


Een bacterie heeft:
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels

Slide 14 - Quiz

Een bepaalde bacterie deelt zich elk half uur.
Je laat een kippetje op het aanrecht liggen.
Als er om 20.00 uur 1 bacterie op zit, hoeveel zijn er dan de volgende dag om 08.00 uur?
A
24
B
48
C
ongeveer 1 miljoen
D
meer dan 16 miljoen

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Aan het werk
Van 1.4 maken opdr 1 t/m 25
(je mag er 3 naar keuze overslaan)

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide