Hoofdstuk 1

Economie
Vwo
1 / 33
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 33 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Economie
Vwo

Slide 1 - Slide

Even voorstellen
Marijke van der Weijden

Docent economie en bedrijfseconomie, vestiging Zaandam en Alkmaar

Bereikbaarheid:

m.vanderweijden@talland.nl
of 
Teams

Slide 2 - Slide

Telefoonbeleid
Tijdens mijn uitleg wil ik de telefoon niet zien!

Telefoonzak of ergens anders. 

Zie ik de telefoon wel moet je het lokaal verlaten!!!!

Slide 3 - Slide

Lesplan
  • kennismaking
  • algemene uitleg over jaarverloop (pta)
  • uitleg over lesopbouw
  • hoofdstuk 1 

Slide 4 - Slide

Kennismaking
Schrijf op het groene en oranje papier je naam (voor en achternaam)

Groen papier: 
  • welk onderdeel van economie vind je leuk?
  • welk onderdeel van economie vind je makkelijk?

Rood papier:
welk onderdeel van economie vind je moeilijk?

Slide 5 - Slide

Ronde 1
Zoek elkaar op:

studenten die (ongeveer) dezelfde onderwerpen in de economie makkelijk/leuk vinden

Slide 6 - Slide

Ronde 2
Zoek elkaar op:

studenten die (ongeveer) dezelfde onderwerpen in de economie moeilijk vinden

Slide 7 - Slide

Ronde 3
Zoek elkaar op:

1 student die iets moeilijk vindt en 1 student die het onderwerp makkelijk vindt

Slide 8 - Slide

PTA
In teams beschikbaar
  • 3 SE toetsen, tellen 6 x mee
  • 2 Praktische opdrachten, tellen 1 x mee
  • 2 klaslokaalexperimenten

Cijfer berekening: Alle cijfers bij elkaar op tellen en delen door 20

Slide 9 - Slide

Studiewijzer
beschikbaar in teams

Slide 10 - Slide

Lesopbouw
  • terugblik op vorige lesstof
  • nieuwe lesstof
  • samen oefenen
  • zelfstandig oefenen in de les
  • huiswerk

Voor SE week ruimte om te herhalen in de lessen

Slide 11 - Slide

Teams
  • studiewijzer en pta
  • antwoordenboek
  • extra lesmateriaal
  • links naar de presentaties

  • mededelingen

Slide 12 - Slide

Materialen
- Thuis: digitale lesboeken

- In de les: schrift, pen, rekenmachine, potlood

- Voor eindexamen: examenbundel

Slide 13 - Slide

Hoofdstuk 1
Inkomen en welvaart 
Schaarste en kiezen 
Arbeidsdeling en ruil 
Ruilen en geld

Slide 14 - Slide

Domein B en C
Leren voor SE1

Niet leren voor eind examen

Slide 15 - Slide

Welvaart
Welvaart geeft aan hoeveel behoeften iemand kan vervullen.

  • Hoe meer behoeften je kunt vervullen hoe hoger je welvaart.
  • Normaal gesproken dus hoe meer geld en tijd (=middelen) iemand heeft hoe hoger de welvaart.

Slide 16 - Slide

Inkomen:
Nominaal inkomen = het inkomen dat je ontvangt in Euro's

Reeel inkomen = het nominaal inkomen gecorrigeerd met inflatie

Inflatie = stijging van prijzen


Slide 17 - Slide

Berekenen 

Slide 18 - Slide

Schaarste

Slide 19 - Slide

Budgetlijn

Slide 20 - Slide

Opofferingskosten
    Bij het maken van een keuze, kijk je naar de opofferingskosten.​

    De opofferingskosten zijn de voordelen van het beste alternatief.​
    Omdat je voor iets anders kiest, offer je deze voordelen op. ​

    We kiezen voor het alternatief met de laagste opofferingskosten.


Slide 21 - Slide

Arbeidsproductiviteit

Formule voor arbeidsproductiviteit

Productie : gewerkte tijd = arbeidsproductiviteit
Productie : aantal werknemers (=werkgelegenheid) = arbeidsproductiviteit

    

Slide 22 - Slide

Bedrijfskolom
  • De weg die een product aflegt van grondstof 
tot eindproduct is voor te stellen met de 
bedrijfskolom. -->

  • Tussen de schakels van een bedrijfskolom
bevindt zich een markt

Slide 23 - Slide

Transactiekosten
Extra kosten die gemaakt moeten worden om een ruiltransactie tot stand te brengen

- transactiekosten belemmeren de ruil
- transactiekosten belemmeren het optimaal profiteren van arbeidsdeling

Slide 24 - Slide

Functies geld
- Ruilmiddel
- Rekenmiddel
- Oppotmiddel

Slide 25 - Slide

(In)directe ruil

Slide 26 - Slide

Chartaal
Giraal

Slide 27 - Slide

Nominale waarde 
Intrinsieke waarde 

Slide 28 - Slide

Wet van Gresham
Wet van Gresham:”Bad money drives out good money”. Munten met hoge intrinsieke waarde 
worden bewaard en alleen munten 
met lage intrinsieke waarde worden 
uitgegeven. 
“Bad money” blijft dus in omloop, “good money” verdwijnt.

Slide 29 - Slide

fiduciair geld
dat is geld waarop men vertrouwt dat iedereen de nominale waarde van dat geld accepteert

Slide 30 - Slide

Samen oefenen
1.28

Slide 31 - Slide



a. Hoe zal de arbeidsdeling tussen de twee landen er uitzien? Motiveer je antwoord.
 b Kunnen de landen na specialisatie in de behoefte van hun burgers aan graan en vlees, uitgaande van de oorspronkelijke situatie, voorzien? Motiveer je antwoord.
c Met welke percentages kunnen de geproduceerde hoeveelheden van respectievelijk graan en vlees omhoog als gevolg van de specialisatie?

Slide 32 - Slide

Zelf maken
1.26/1.27/1.29

Slide 33 - Slide