Leestekens bij citatenAls je het citaat in twee delen splitst, gebruik je de volgende spellingregels:
1. Aanhalingsteken openen
2. Citaat deel 1
3. Aanhalingsteken sluiten
4. Komma
5. Aangeven wie het gezegd heeft
6. Komma
7. Aanhalingsteken openen
8. Citaat deel 2 met afsluitend leesteken
9 Aanhalingsteken sluiten
'Je bent', zegt hij, 'altijd net op tijd op school.'
'Je bent', roept hij, 'altijd net op tijd op school!'