§1 Elektriciteit en lading (wat is elektriciteit eigenlijk)
§2 (geleidbaarheid) en weerstand
§3 Parallel en serie
§4 Energie en vermogen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
H3 Elektriciteit
§1 Elektriciteit en lading (wat is elektriciteit eigenlijk)
§2 (geleidbaarheid) en weerstand
§3 Parallel en serie
§4 Energie en vermogen
Slide 1 - Slide
Even terug naar vorig schooljaar
spanningsbronnen
stroomkringen
serie en parallel
veiligheid
elektrische Energie
Dus eigenlijk is het meeste herhaling, maar gaan we nu wat meer rekenen
Slide 2 - Slide
Is deze stroomkring open of gesloten?
A
open
B
gesloten
Slide 3 - Quiz
Ik sluit de stroomkring. Ik wil weten hoeveel stroom er loopt. Waar plaats ik de amper meter?
1
2
3
A
1
B
2
C
3
D
of 1 of 2 of 3
Slide 4 - Quiz
ik zet 4 batterijen van 1,5 Volt in serie. Wat is de totale spanning van de 4 batterijen
A
1,5 V
B
5,0625 V
C
6 V
D
5,5 V
Slide 5 - Quiz
Ik sluit een lampje (1,5 V) aan op 4 parallel geschakelde 1,5 V batterijen. Welke stelling is juist
A
het lampje brandt feller
B
het lampje brandt langer
C
het lampje brandt zwakker
D
het lampje brandt door
Slide 6 - Quiz
leerdoelen
Aan het einde van de les kun je
uitleggen wat lading is en welke krachten die uitoefenen
Hoe stroom loopt en hoe elektronen lopen
wat je nodig hebt voor een blijvende stroom
Slide 7 - Slide
§1 Elektriciteit en lading
Je hebt twee soorten lading: positieve lading en negatieve lading. Gelijke lading stoot af. + en - trekken elkaar aan
Slide 8 - Slide
Lading
Elektronen zijn negatief geladen; Protonen positief
Zijn er relatief weinig elektronen : positief geladen
Zijn er relatief veel elektronen: negatiefgeladen
beide even veel: neutraal
Als lading gaat bewegen dan hebben we elektrische stroom
Slide 9 - Slide
Stroom
Stroom is bewegende lading
Stroomsterkte (I) is de hoeveelheid lading gemeten in ampère (A)
Spanning (U) is de hoeveelheid energie die de lading heeft gemeten in volt (V)
Slide 10 - Slide
Stroom
De stroomsterkte kun je vergelijken met het aantal auto's dat op een snelweg rijdt en de spanning kun je vergelijken met de vracht die elke auto vervoert.
Stroomsterkte I in A (aantal Auto's)
Spanning U in V (Vracht per auto)
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Stroomkring
noodzakelijk:
Spanningsbron (batterij, stopkontakt)
geleidend materiaal (snoeren)
iets wat stroom verbruikt of meet (lamp, ampere meter)
maakt zichtbaar dat er stroom loopt
Slide 13 - Slide
Aan de slag
Maak vraag 1 t/m 11
Vragen over de stof via teams chat of nu direct in de les
Als je geen vragen hebt mag je uitloggen en de vragen gaan maken