2.2.1 De werking van enzymen

Vertering
Centrale vraag:
Wat moet er gebeuren in het lichaam voordat alle voedingsstoffen uit een voedingsmiddel kunnen worden gebruikt?
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Vertering
Centrale vraag:
Wat moet er gebeuren in het lichaam voordat alle voedingsstoffen uit een voedingsmiddel kunnen worden gebruikt?

Slide 1 - Slide

Typen vertering

-1- mechanische vertering
Hierbij wordt dmv spieren het voedsel kleiner gemaakt en gekneed
Hierdoor groter oppervlak waarop enzymen in kunnen werken.
-2- chemische vertering
Hierbij wordt het voedsel bewerkt dmv enzymen 

Slide 2 - Slide

enzymen hebben de volgende eigenschappen

  • het zijn eiwitten, 
  • ze werken specifiek.
  • ze kunnen stoffen opbouwen
  • ze kunnen stoffen afbreken
  • ze worden zelf niet verbruikt bij het versnellen van de reactie
  • ze werken het beste bij een optimumtemperatuur en optimumzuurgraad.

Slide 3 - Slide

sleutel-slotpricipe


Elk enzym heeft een bepaalde vorm waardoor het alleen pas op de voedingstof waar hij op inwerkt

Slide 4 - Slide

Enzymen, wat doen ze?

Slide 5 - Slide

Kunnen we toch cellulose verteren?


In de dikke darm leven bacterien die een enzym produceren voor de vertering van cellulose

Slide 6 - Slide

 andere enzymen



- tandpasta
- wasmiddelen
- medicijnen

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Wat doet een enzym?
A
reactie verlangzamen
B
reactie stop zetten
C
reactie versnellen
D
reactie laten ontploffen

Slide 9 - Quiz

enzymactiviteit is afhankelijk van?
A
water en zuurtegraad
B
zuurtegraad en PH
C
temperatuur en water
D
temperatuur en zuurtegraad

Slide 10 - Quiz

De optimumtemperatuur van een enzym vertelt je...
A
...bij welke temperatuur het enzym kapot gaat
B
...bij welke temperatuur het enzym gaat werken
C
...bij welke temperatuur het enzym het beste werkt
D
-

Slide 11 - Quiz

Wat is de maximum-temperatuur van enzym Z?

Slide 12 - Slide

Wat is de maximumtemperatuur van enzym Z?
A
35 graden
B
37 graden
C
50 graden
D
57 graden

Slide 13 - Quiz

Welk enzym zal het meeste voorkomen in het menselijk lichaam?

Slide 14 - Slide

Welk enzym zal het meeste voorkomen in het menselijk lichaam?
A
enzym x
B
enzym z
C
enzym y
D
enzym x en y

Slide 15 - Quiz

Naast enzymen wordt er ook gal aan het voedsel toegevoegd. In welk deel van het verteringskanaal wordt gal aan het voedsel toegevoegd?
A
twaalfvingerige darm
B
dunne darm
C
lever
D
alvleesklier

Slide 16 - Quiz

dit zijn brandstoffen
koolhydraten
mineralen
vitamines
vetten
eiwitten
water

Slide 17 - Drag question

Zet de voedingstoffen die verteerd moeten worden in de juiste volgorde.  Zet de voedingstof waarmee de vertering begint bovenaan.
koolhydraten
vetten
eiwitten

Slide 18 - Drag question

endeldarm
maag
dunne darm
galblaas
lever
dikke darm
alvleesklier

Slide 19 - Drag question

Waar in je lichaam verteer je koolhydraten?
wel
niet
mond
maag
12- vingerige darm
dunne darm

Slide 20 - Drag question