H5 repaso de gramatica

1 / 17
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Clase de español - H5
martes, 1 de octubre
¿Cómo has viajado en las vacaciones de verano?
Las presentaciones de gramatica.
Toetsstof bekijken.

Slide 2 - Slide

La clase anterior 
Welke werkwoorden gebruik je voor het weer?
Wat is de verleden tijd van deze werkwoorden?
Waar ben jij met de tekst van prezi/powerpoint presentatie
timer
1:00

Slide 3 - Slide

Vul de tekst die je hoort in op het papier.

Slide 4 - Slide

El viaje y el transporte

Slide 5 - Slide

Repasar vocabulario viaje esp-hol

Slide 6 - Slide

en bicicleta
en tren
en autobús
en metro
en taxi
en barco
en coche
en avión
en tranvía
en moto

Slide 7 - Drag question

Welke twee voorzetsels moet je gebruiken bij transport-middelen?

Slide 8 - Slide

Medios de transporte
  • Schrijf 4 zinnen waarin je vertelt welke transportmiddelen je hebt gebruikt tijdens je vakantie.
  • Vertel daarbij waar dat was (op de heenreis, naar het strand, in de stad, in een natuurreservaat).
  • Varieer zoveel mogelijk
  • Bijvoorbeeld: Hemos ido a la playa en bicicleta.
  • Schrijf deze zinnen meteen op je blaadje voor je presentatie.
timer
6:00

Slide 9 - Slide

Levántate si ...
  1. ...has practicado en esta clase con el vocabulario de los medios de transporte.
  2. ...sabes explicar a la clase la forma del perfecto
  3. ...has escrito muchas frases para tu prezi
  4. ...sabes describir el lugar de tus vacaciones con ser, estar y hay

Slide 10 - Slide

Estudiar súper bien 
Leren vocabulario el viaje (S-N en N-S)
Leren el perfecto

Begin vast met foto's zoeken voor je prezi/powerpoint

Slide 11 - Slide

H5 repaso de gramatica
Powerpoint presentaties grammatica.
El Tiempo: Angel y Luke
Ser Estar y Hay : Charlie y Evi



Slide 12 - Slide

Wat moet je kunnen voor de toets.
SE 1 – exámen de español
Wat moet je kunnen voor de toets?
Je kan je vakantieland, -plek of -stad beschrijven.
Je kan vertellen wat voor weer het was in je vakantie.
Je kan vertellen hoe het weer vandaag is.
Je kan vertellen wat je op vakantie hebt gedaan.
Je kan een paar persoonlijke vragen beantwoorden.
Je kan uitleggen hoe je hebt gereisd in je vakantie (transportmiddelen).
Je kan vertellen wat je op vakantie hebt gegeten
Je kan vertellen over een leuke en een minder leuke ervaring  van jouw vakantie)





7. Je krijgt een oefening waarbij je de juiste vorm moet invullen van ser, estar of hay.
Begin op tijd met leren!
Kom je er niet uit, stuur dan een Teamsberichtje.

Slide 13 - Slide

Wat moet je kennen voor de toets?
Alle lessonups en aantekeningen uit je schrift
1. Hoe je de perfecto maakt (ook de onregelmatige: decir, abrir, poner, escribir, volver,
hacer, morir, romper, ver)
2. De woordjes van deze periode uit achterin de reader (S/N, N/S) :
actividades de verano, el tiempo, geografía, viajar, interrogativos)
3. De regelmatige werkwoorden van de tegenwoordige tijd (herhaling van vorig jaar : -
ar, -er, -ir)
4. De onregelmatige werkwoorden van de tegenwoordige tijd (querer, ser, tener, estar,
ir)
5. Ser, estar & hay (vorm en gebruik - aantekeningen)
6. Aantekeningen van el tiempo
7. Aantekeningen van la comida
Oefeningen die je thuis of in de klas hebt gemaakt
Neem alle oefeningen die je gemaakt hebt nog een keer door

Slide 14 - Slide

Hoe ziet de toets eruit?
1. Je krijgt een invuloefening waarin je werkwoorden moet
vervoegen in de perfecto.
2. Beschrijf je vakantieplek in 10 zinnen. (Heb je niet gereisd, beschrijf dan de plek
waar je je vakantie voornamelijk hebt doorgebracht).
3. Je krijgt een oefeningen met de kaart van Spanje waarin je moet aflezen en
opschrijven wat voor weer het in bepaalde delen van het land is.
4. Je krijgt een oefening waarin je persoonlijke vragen in het Spaans moet
beantwoorden die je in het Spaans moet beantwoorden. Hiervoor moet je de perfecto
en de tegenwoordige tijd (zie boven punt 3 en 4) kennen)
5. Je krijgt een oefening met de interrogativos (vraagwoorden).
6. Je krijgt een paar vocabulaire oefeningen.
7. Je krijgt een oefening waarbij je de juiste vorm moet invullen van ser, estar of hay.
Begin op tijd met leren!
Kom je er niet uit, stuur dan een Teamsberichtje.

Slide 15 - Slide

Waar heb je nog behoefte aan?
(opdat dit onderdeel op de volgende toets vlekkeloos gaat)
Zelf rijtjes (vervoegingen) stampen
Extra uitleg over de vervoegingen (i-uur)
Extra uitleg over het veschil in gebruik tussen SER / ESTAR / HAY (i-uur)
Extra oefening (i-uur) in het gebruik van SER / ESTAR / HAY
Niets, het gaat al goed.

Slide 16 - Poll

Exit ticket
¿Puedo hacer un powerpoint acerca de mis vacaciones?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll