Nask 2 VMBO 4 TG H3 Verbrandingen

Aan welke 3 voorwaarden moet een brand voldoen?
A
brandstof - zuurstof - ontbrandingstemperatuur
B
brandstof - zuurstof - koolstof
C
waterstof - koolstof - zuurstof
D
ontbrandingstemperatuur - vloeistoffen - gassen
1 / 17
next
Slide 1: Quiz

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Aan welke 3 voorwaarden moet een brand voldoen?
A
brandstof - zuurstof - ontbrandingstemperatuur
B
brandstof - zuurstof - koolstof
C
waterstof - koolstof - zuurstof
D
ontbrandingstemperatuur - vloeistoffen - gassen

Slide 1 - Quiz

Wat zijn fossiele brandstoffen?
A
Brandstoffen uit aardolie, ontstaan door vergane planten- en dierenresten
B
Brandstoffen uit synthetische oliën.

Slide 2 - Quiz

Lucht bestaat voornamelijk uit...
A
stikstof 80% en zuurstof 20%
B
stikstof 78% en zuurstof 21%

Slide 3 - Quiz

Wat is een vlam?
A
Een vloeistof dat zo heet is geworden dat het gaat gloeien.
B
Een gas dat zo heet is geworden dat het gaat gloeien.

Slide 4 - Quiz

Wat is rook?
A
Rook bestaat uit zeer fijn verdeelde zwevende vaste deeltjes. De temperatuur is niet hoog genoeg om de vaste deeltjes te laten gloeien.
B
Rook zijn gloeiende deeltjes die je zier wegspringen of opstijgen in de lucht.

Slide 5 - Quiz

Rook is een mengsel en bestaat uit....
A
vloeistofdruppeltjes, fijn verdeeld in een gas
B
vaste deeltjes, fijn verdeeld in een vloeistof
C
vaste deeltjes, fijn verdeeld in een gas
D
vloeistofdruppeltjes, fijn verdeeld in een vloeistof

Slide 6 - Quiz

Welk reactieproduct ontstaat bij de verbranding van zwavel?
A
CO2
B
SO2

Slide 7 - Quiz

Hoe kun je een brand blussen?
A
Door 2 of meer voorwaarden van de brand weg te nemen
B
Door 1 of meer voorwaarden van de brand weg te nemen.

Slide 8 - Quiz

Welke stof ontstaat bij een onvolledige verbranding van een koolstof- + waterstofverbinding, maar niet bij volledige verbranding?
A
water
B
zuurstof
C
koolstofdioxide
D
koolstof(roet)

Slide 9 - Quiz

Welke stoffen ontstaan er bij een volledige verbranding van waterstofsulfide?
Welke stof is in overmaat aanwezig bij een volledige verbranding bij benzine?
Water en zwaveldioxide
zuurstof

Slide 10 - Drag question

Als de verdelingsgraad groter is neemt de reactiesnelheid toe.
Bij zwavelverbranding ontstaat zwaveldioxide en dat veroorzaakt (opgelost in water) zure regen.
Roet ontstaat NIET bij een onvolledige verbranding.
waar
waar
niet waar

Slide 11 - Drag question

Welke verschijnselen kunnen zich voordoen bij een brand.
A
roet - warmte - rook
B
roet - rook - vonken - warmte - verontreiniging aan de lucht

Slide 12 - Quiz

wat is een katalysator?
A
Een katalysator filtert het water uit de benzine.
B
Een katalysator zet uitlaatgassen om in minder schadelijke stoffen

Slide 13 - Quiz

Wat is waar? Een katalysator hoef je ....
A
bijna nooit te vervangen want die wordt niet verbruikt
B
moet je na iedere servicebeurt vervangen, want deze wordt veel gebruikt

Slide 14 - Quiz

Welke voorwaarden valt er weg als je een gewoon kaarsje uitblaast?
A
De temperatuur is onder de ontbrandingstemperatuur gekomen
B
De kaars heeft geen brandstof meer
C
Er is geen zuurstof meer aanwezig
D
Zowel antwoord A als antwoord B

Slide 15 - Quiz

Wat is een brandvertragende stof?
A
Dit is een stof die is behandeld met een middel dat er voor zorgt dat het veel moeilijker vlam vat dan een onbehandelde stof.
B
Dit is een stof die niet is behandeld met een middel en werkt daardoor brandvertragend.

Slide 16 - Quiz

Welke middelen dragen bij aan een brandvertraging?
A
het vormen van een laagje schuim
B
het vormen van een schil van ontbrandbare stof rondom de brandstof
C
het vormen van water
D
het vertragen van stoffen zoals wasbenzine

Slide 17 - Quiz