This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
hst 8.6 "reactiesnelheid"
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je kunt de factoren benoemen die invloed hebben op de reactiesnelheid.
Je kunt de factoren beschrijven die invloed hebben op de reactiesnelheid.
Slide 2 - Slide
vandaag
Herhaling
filmpje over 8,6
uitleg
lezen en maken hst 8.6
Slide 3 - Slide
Herhaling voorgaande paragrafen
Slide 4 - Slide
Gebruik deze tabel bij de volgde vragen
Slide 5 - Slide
De meeste verbindingen in aardolie bestaan uit slechts twee elementen. Welke twee elementen zijn dat?
A
koolstof en waterstof
B
stikstof en koolstof
C
zuurstof en koolstof
D
zuurstof en waterstof
Slide 6 - Quiz
Aardolie bevat ook stoffen die bij verbranding zure regen veroorzaken. Welk element moet uit aardolie verwijderd worden, om te voorkomen dat de verbranding van aardolie zure regen veroorzaakt?
A
koolstof
B
waterstof
C
zuurstof
D
zwavel
Slide 7 - Quiz
Bij de volledige verbranding van een bepaalde hoeveelheid zwavel ontstaat 16 gram zwaveldioxide. De vergelijking van deze verbranding is: S + O2 -> SO2 Hoeveel gram zwavel is verbrand?
A
8 gram
B
16 gram
C
32 gram
D
64 gram
Slide 8 - Quiz
In het figuur hiernaast zijn twee branders afgebeeld. Welke brander zal branden met een gele vlam? En van welke brander zal de vlam de meeste warmte afgeven?
A
gele vlam meeste warmte
brander 1 brander 1
B
gele vlam meeste warmte
brander 1 brander 2
C
gele vlam meeste warmte
brander 2 brander 1
D
gele vlam meeste warmte
brander 2 brander 2
Slide 9 - Quiz
Rook is een mengsel. Waaruit bestaat rook?
A
vaste deeltjes, fijn verdeeld in een gas
B
vaste deeltjes, fijn verdeeld in een vloeistof
C
vloeistofdruppeltjes, fijn verdeeld in een gas
D
vloeistofdruppeltjes, fijn verdeeld in een vloeistof
Slide 10 - Quiz
Welke stoffen ontstaan er bij de volledige verbranding van koolstofdisulfide (CS2)?
A
koolstofdioxide en zwaveldioxide
B
waterstof, koolstofdioxide en zwaveldioxide
C
waterstof en zuurstof
D
water en zwaveldioxide
Slide 11 - Quiz
Welke stof is er bij de onvolledige verbranding van aardgas (CH4) in overmaat aanwezig?
A
CH4
B
C
C
O2
D
H2
Slide 12 - Quiz
Reactiesnelheid
Slide 13 - Slide
links: exotherm rechts: endotherm
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Botsende deeltjesmodel
Voor een reactie is een effectieve botsing nodig.
Hoe groter de kans op zo'n botsing, hoe sneller de reactie.
4 factoren beïnvloeden de kans op botsingen.
Filmje:
Welke 4 factoren haal jij uit het filmpje?
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Welke 4 factoren ben je tegengekomen in het filmpje?
Slide 18 - Mind map
Effectieve botsing
Voor een reactie is een effectieve botsing nodig.
In het filmpje: twee leerlingen moeten hard genoeg tegen elkaar aan botsen om de boeken uit de handen te laten vallen.
Slide 19 - Slide
Temperatuur verhogen
Temperatuur verhogen > deeltjes bewegen sneller > deeltjes botsen vaker tegen elkaar aan.
Looptijd om van les te wisselen halveren, zodat iedereen moet rennen
Slide 20 - Slide
Concentratie vergroten
Meer deeltjes in hetzelfde volume > grotere kans dat deeltjes tegen elkaar aan botsen.
Concentratie wordt bepaald door hoeveelheid deeltjes en volume. De concentratie neemt toe door het volume te verkleinen (gangen smaller maken) of meer deeltjes toe te voegen (meer leerlingen in de school).
Slide 21 - Slide
Verdelingsgraad vergroten
Verdelingsgraad = hoe fijn is een stof verdeeld.
vb: suikerklontje, lage verdelingsgraad & los suiker, hoge verdelingsgraad
Hoe groter de verdelingsgraad, hoe meer deeltjes beschikbaar zijn voor een botsing.
Als alle leerlingen in groepjes lopen, kunnen de middelste leerlingen nooit botsen, alleen de buitenste.
Slide 22 - Slide
Katalysator
Katalysator = stof die helpt bij de reactie, maar niet wordt verbruikt.
Kan niet worden verklaard met het botsende deeltjesmodel, maar door het verlagen van de activeringsenergie
De matchmaker zorgt ervoor dat de juiste personen in de goede richting staan zodat een effectieve botsing plaats kan vinden.
Slide 23 - Slide
links zonder katalysator rechts met katalysator
Slide 24 - Slide
lezen en maken
lezen hst 8 paragraaf 6
maken hst 8 de opdrachten die bij paragraaf 6 horen