3V Latijn - week 41, les 2

3V Latijn
Week 41
1 / 18
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

3V Latijn
Week 41

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Bespreken huiswerk
  • Afmaken tekst Toga
  • Vragen voor de toets?
  • Vragen zoals de toets! 

Slide 2 - Slide

Bespreken huiswerk
Opdracht 44
Gewijd aan de schimmen van de overledenen.
Dit is het graf van Decimus Caecilus Apronianus. Hij leefde 6 jaar, 11 maanden en 2 dagen. Zijn vader Aphrodisius heeft deze grafsteen voor zijn allerliefste zoon gemaakt.

Slide 3 - Slide

Bespreken huiswerk
Opdracht 45
a. columbaria
b. de Engelenburcht, oorspronkelijk Moles Hadriani
c. Het woord mausoleum is afgeleid van de naam Maussollos.

Slide 4 - Slide

Bespreken huiswerk
Opdracht 49
Slaven in de stad behoorden tot de familia en kregen nogal eens vertrouwelijk contact met de leden van het gezin. Ze ontmoetten andere mensen en het werk was minder intensief dan op het land. Op het land werden slaven als machines beschouwd.
 
Opdracht 50
Zij waren vaak dokter of leraar, omdat zij vaak een behoorlijke ontwikkeling hadden gehad.

Slide 5 - Slide

Nu: afmaken tekst Toga
10 minuten

Slide 6 - Slide

Postquam servi vinum dulce hospitibus tradiderunt, omnes pocula sustulerunt.

Slide 7 - Open question

Civi novo et illustri viro felicitas magna!

Slide 8 - Open question

Vragen toets?

Slide 9 - Slide

Toetsvragen
  • Vertaal een zin (die je al eens vertaald hebt)
  • Benoem de gebruikte naamval en verklaar waarom juist die naamval hier gebruikt is
  • Benoem de tijd van twee werkwoorden en verklaar het verschil (met oog op de inhoud van de tekst)
  • Een leerling vertaalt een zin verkeerd. Leg uit wat er verkeerd ging
  • Citeer een Latijns tekstelement waaruit blijkt dat ... 

Slide 10 - Slide

Tekst Matrona, rg. 20-21 (Amica t/m ostendit). Vertaal deze zin.

Slide 11 - Open question

Tekst Matrona, rg. 14: mihi
Benoem de naamval van mihi.
A
gen
B
dat
C
acc
D
abl

Slide 12 - Quiz

En verklaar het gebruik (= welke functie heeft die dativus hier?)

Slide 13 - Open question

Tekst Matrona, rg. 20-21: habebat en ostendit. Benoem de twee tijden van deze werkwoorden en verklaar het verschil.

Slide 14 - Open question

Rg. 24-26. Een leerling vertaalt: "Het voorbeeld van Cornelia maakt me bang, want de vrouw verloor vele ongelukkige kinderen aan de dood."
Leg uit waarom zijn vertaling niet klopt.

Slide 15 - Open question

Rg. 3-4: Nonne tibi placet esse uxor Lucii Caecilii Longi?
Citeer het Latijnse tekstelement waarin de filia het antwoord op deze vraag geeft.

Slide 16 - Open question

Rg. 5: laeta et contenta sum.
Citeer het Latijnse tekstelement waaruit blijkt waarom de filia laeta en contenta is.

Slide 17 - Open question

Kortom...
  1. Alleen de vertaling een keer doorlezen is niet genoeg
  2. Herhaal de tekst een keer mét je vertaling en aantekeningen
  3. Probeer hem daarna voor jezelf te vertalen zonder hulp-middelen. Lukt dat niet? Herhaal stap 2. 
  4. Leer níet de vertaling uit je hoofd zonder naar het Latijn gekeken te hebben 

Slide 18 - Slide