Thematisch onderwijs, een stukje theorie

Welkom!
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Alfabetisering NT2MBOStudiejaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

Check-in
Wat weet je al over wat er op het programma staat? Waar ben je nieuwsgierig naar?

Slide 2 - Slide

Vandaag:
Even een stukje theorie: 
1. het formuleren van leeruitkomsten tegenover het formuleren van leerdoelen
2. een methode om de juiste blend te maken (online/fysiek/in de praktijk)
3. feedback geven door voor te bouwen op de leeruitkomsten

Slide 3 - Slide

Leerdoelen vs. leeruitkomsten
Thematisch onderwijs: wat betekent dat voor ons onderwijs? We erkennen hiermee dat:
• meerdere wegen naar Rome leiden;
• mensen op verschillende manieren leren;
• er buiten school ook leerervaringen/belevingen worden opgedaan;
• er leerervaringen worden opgedaan die onzichtbaar blijven.

Slide 4 - Slide

Leerdoelen vs. leeruitkomsten

Leerdoelen: omschrijven het beoogde eindgedrag van een leerling of student aan het einde van een leerperiode. Het gaat 
om het gewenste resultaat
- is specifiek 
- gekoppeld aan lessen
- beschrijven de weg naar het einddoel toe (niet erg flexibel)
- er is meestal in opgenomen hoe studenten dit zich eigen moeten maken en hoe zij dit dienen te bewijzen

Slide 5 - Slide

Leerdoelen vs. leeruitkomsten

Leeruitkomsten: 
  • Gaan over ‘getoonde’ en niet ‘gewenste’ resultaten.
  • Zijn gekoppeld aan toetsing, niet aan lessen.
  • Gaan vaak over groter geheel zijn daarom duurzamer.
  • Gaan over het eindresultaat en niet de weg er naartoe.
 
Meer weten over het verschil: https://www.youtube.com/watch?v=oqM9R5RQfwk

Slide 6 - Slide

Leerdoel
- Vaak ook een eindterm genoemd en opgenomen in bv. het KD (mbo)
- Gaat over gewenste resultaten
- Gekoppeld aan lessen of lesweken (beschrijft wat studenten dan moeten doen en hoe)
- Gaat dus over stukjes
- Beschrijft ook de weg naar het einddoel toe

Leeruitkomst
- Gaat over de getoonde resultaten
- Gekoppeld aan toetsing (wat moet de student aan het eind kunnen)
- Gaan vaker over het groter geheel (en is daarom duurzamer)
- Gaat over het eindresultaat 

Slide 7 - Slide

Wat maakt een goede leeruitkomst?
• een gedragscomponent: wat moet de leerlingen doen/laten zien. Hiervoor gebruik je een werkwoord (bijvoorbeeld uit de taxonomie van Bloom.
• een inhoudscomponent: ten aanzien van welk onderwerp wordt de handeling uitgevoerd (het wat)
• voorwaarden/context waarin (het hoe); met behulp van…, in samenwerking met…., in overleg met…, vanuit deze theorieën…,op school..., in de praktijk

Slide 8 - Slide

Hoe ziet dat eruit?
De student vertoont gedrag A, met betrekking tot inhoud B onder voorwaarden C, waarbij hulpmiddelen D worden gehanteerd wat leidt tot prestatie E.”

Slide 9 - Slide

Hoe ziet dat eruit?
Werkwoord: Welke gedrag wil je zien bij de toetsing? Bijv. werkwoorden Bloom.
Type/soort: Aan welke opleidingspecifieke competenties draag het bij? Kwalificatiedossier...
Onderwerp:  Over welke onderdelen van ons onderwijs gaat het?
Standaard:  Welke modellen/theorieën/standaarden/aanpakken/benaderingen
mag/moet iemand hanteren? Bv. wet- en regelgeving, literatuur. 
Context:  In welke combinatie(s) van rol en situatie moet het gedrag
getoond kunnen worden?

Slide 10 - Slide

Hoe ziet dat eruit?

Slide 11 - Slide

Backward design
Starten met eindkwalificaties (de praktijk/input studenten/kwalificatiedossier)


Leeruitkomsten (wat moeten studenten kunnen en hoe tonen ze dit aan (toetsing)?


Lessen ontwerpen (welke lesonderdelen gaan ze helpen de leeruitkomsten te bereiken)

                           Leeruitkomsten zijn het anker voor toetsing en lessen

Slide 12 - Slide

Dat noemen we...
Constructive alignment

Slide 13 - Slide

Aansluitend daarop...
De student journey: manier om inzichtelijk te maken wat, op welke manier en waar studenten leren. 
- helpt om keuzes te maken bij het inrichten van het jaar
- geeft structuur aan lessenopbouw
- zorgt voor bewuste keuzes maken in onderwijsvormen

Slide 14 - Slide

Hoe ziet dat eruit?
Toevoeging hieraan: 
de praktijk

Slide 15 - Slide

Zorg daarbij voor een goede balans
Online contactmomenten (synchroon):  vooral goed voor het verhelderen van misconcepties, beantwoorden van vragen en het geven van een aanvullende instructie. 

Fysiek contactmomenten:  beter voor bijvoorbeeld het oefenen van vaardigheden

Zelfstudie (asynchroon) en groepswerk:  leent zich bijvoorbeeld goed voor het krijgen van nieuwe informatie middels een goede instructievideo, het lezen van teksten of het opbouwen van kennis door het maken van een kennisquiz of het samen uitwerken van producten.

Slide 16 - Slide

Kansen voor goed feedback geven
We hebben nu dus leeruitkomsten, de leeractiviteiten waarmee de student deze kan bereiken en  hoe dit getoetst wordt. 


Dit biedt een mooie kans om goed feedback te geven.
Hoe dan?

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Vragen?

Slide 19 - Slide