Les 1 - PLC
1 / 28
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Slide 3 - Slide
This item has no instructions
Slide 4 - Slide
This item has no instructions
Slide 5 - Video
This item has no instructions
Slide 6 - Slide
This item has no instructions
Slide 7 - Slide
This item has no instructions
Slide 8 - Slide
This item has no instructions
Waar staan de letters PLC voor?
Slide 9 - Open question
Programmable Logic Controller
Wat is de Nederlandse vertaling van PLC?
Slide 10 - Open question
Programmeerbare logische regelaar
Slide 11 - Video
This item has no instructions
Slide 12 - Slide
This item has no instructions
Noem een voorbeeld van waar je een PLC tegenkomt
Slide 13 - Open question
This item has no instructions
Waar staan de letters EEPROM voor? En wat is de Nederlandse vertaling?
Slide 14 - Open question
EEPROM = Elektrisch wisbaar en programmeerbaar geheugen
Slide 15 - Slide
This item has no instructions
Inputblok
Outputblok
CVE
Programma
geheugen
geheugen
Communcatie
Slide 16 - Drag question
This item has no instructions
Slide 17 - Slide
This item has no instructions
Welke beweringen zijn juist?
I) Letter C staat voor regelaar
II) PLC gebruik je voor de verwerking van analoge signalen
I) Letter C staat voor regelaar
II) PLC gebruik je voor de verwerking van analoge signalen
A
Beiden juist
B
Alleen I is juist
C
Alleen II is juist
D
Beide onjuist
Slide 18 - Quiz
This item has no instructions
Welke beweringen zijn juist?
I) Functie van de CVE is het opslaan van het programma.
II) De input- en outputblokken beschermen de PLC.
I) Functie van de CVE is het opslaan van het programma.
II) De input- en outputblokken beschermen de PLC.
A
Beide juist
B
Alleen I juist
C
Alleen II juist
D
Beide onjuist
Slide 19 - Quiz
This item has no instructions
Welke beweringen zijn juist?
I) Een PLC kan tellen.
II) Een PLC start automatisch op
I) Een PLC kan tellen.
II) Een PLC start automatisch op
A
Beiden juist
B
Alleen I juist
C
Alleen II juist
D
Beide onjuist
Slide 20 - Quiz
This item has no instructions
Welke onderdelen van een PLC zorgen ervoor dat een lopende band stil gaat staan?
A
de CVE en de motor van de lopende band
B
het inputblok en de CVE
C
het programma en het inputblok
D
het outputblok en de CVE
Slide 21 - Quiz
This item has no instructions
Waarvoor gebruik je een PLC?
A
om regelcommando's te berekenen
B
om een pomp sneller te laten draaien
C
om etiketten op producten te plakken
D
om signalen van een weegband te verwerken
Slide 22 - Quiz
This item has no instructions
Wat kun je zowel met een computer als met een PLC doen?
A
de temperatuur regelen
B
tekstverwerken
C
regelcommando's berekenen
D
een robot iets laten oppakken
Slide 23 - Quiz
This item has no instructions
Wat hoort NIET bij een PLC maar wel bij een computer?
A
een Inputblok
B
een RAM-geheugen
C
een programma
D
een CVE
Slide 24 - Quiz
This item has no instructions
Waar staan de commando's van een PLC?
A
in het programmageheugen
B
in het EEPROM-geheugen
C
in het inputblok
D
in het outputblok
Slide 25 - Quiz
This item has no instructions
Wat kun je met een ROM-geheugen één keer, en met een EEPROM-geheugen meerdere keren?
A
het geheugen lezen
B
het geheugen opslaan
C
het geheugen wissen
D
het geheugen programmeren
Slide 26 - Quiz
This item has no instructions
Wat is het EEPROM-geheugen?
A
het programmageheugen
B
het ROM-geheugen
C
het werkgeheugen
D
het RAM-geheugen
Slide 27 - Quiz
This item has no instructions
Waar staan de letters 'EE'voor in 'EEPROM'?
A
elektrisch wisbaar
B
elektrisch programmeerbaar
C
één keer wisbaar
D
één keer programmeerbaar
Slide 28 - Quiz
This item has no instructions
