What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
herhaling Grieks Grammatica periode 2 + 3
Welke twee eigenschappen neemt het betrekkelijk voornaamwoord over van het antecedent (kies uit naamval, getal, geslacht)?
1 / 19
next
Slide 1:
Open question
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welke twee eigenschappen neemt het betrekkelijk voornaamwoord over van het antecedent (kies uit naamval, getal, geslacht)?
Slide 1 - Open question
Hoe wordt de naamval van het betrekkelijk voornaamwoord bepaald?
Slide 2 - Open question
Hoe ziet het betrekkelijk voornaamwoord eruit in het Grieks?
Slide 3 - Mind map
Welke eigenschappen heeft ὧν
A
genitivus meervoud
B
dativus meervoud
C
nominativus enkelvoud
D
dativus enkelvoud
Slide 4 - Quiz
Welk geslacht is ἧς
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
Slide 5 - Quiz
Geef de eigenschappen van οἵ
A
dat enk mnl
B
gen enk onz/mnl
C
nom mv mnl
D
acc mv vrl
Slide 6 - Quiz
Geef de eigenschappen van ἥν
A
acc mv mnl
B
acc enk vrl
C
dat enk mnl
D
nom/acc mv onz
Slide 7 - Quiz
Hoe wordt bij passieve werkwoorden uitgedrukt DOOR WIE iets gedaan wordt?
A
ἀπὸ + dativus
B
εἰς + accusativus
C
κατὰ + gentivus
D
ὑπὸ + genitivus
Slide 8 - Quiz
βουλόμεθα - actief, mediaal of passief?
βούλομαι = willen
A
actief
B
mediaal
C
passief
Slide 9 - Quiz
λύονται ὑπὸ δούλου : actief, mediaal of passief?
λύω = losmaken
A
actief
B
mediaal
C
passief
Slide 10 - Quiz
λεγομεν: actief, mediaal of passief
λέγω = zeggen
A
actief
B
mediaal
C
passief
Slide 11 - Quiz
actief - mediaal - passief
actief = - ω --> 'nomaal'
mediaal = - μαι --> ander rijtje, normaal vertalen
passief = -ω, maar mediale (passieve) uitgangen --> WORDEN
Slide 12 - Slide
Participium
stam + ων, ουσα, ον
mannelijk en onzijdig --> οντος (δαιμων en σωμα)
vrouwelijk --> ουσης (οἰκια en ἀδελφή)
Combinatie van werkwoord en bijvoeglijk naamwoord!
Slide 13 - Slide
vertaalopties participium
Slide 14 - Mind map
Een participium past zich aan aan de tijd van de persoonsvorm
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quiz
Ὁ δούλος δακρύων τὴν ἀδελὴν κατελειπεν.
* καταλείπω = achterlaten
Slide 16 - Open question
Slide 17 - Video
welke tijd is εἰπον?
A
praesens
B
imperfectum
C
aoristus (sigmatisch)
D
aoristus (thematisch)
Slide 18 - Quiz
Welke tijd is ἠκουσαμεν?
A
praesens
B
imperfectum
C
aoristus (sigmatisch)
D
aoristus (thematisch)
Slide 19 - Quiz
More lessons like this
participium Grieks
June 2022
- Lesson with
12 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
4.3 De deponente werkwoorden
January 2024
- Lesson with
24 slides
Latijn
Secundair onderwijs
Herhaling Latijn periode 2/3
March 2021
- Lesson with
13 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Grieks Passief
November 2022
- Lesson with
10 slides
Grieks
Secundair onderwijs
Herhaling 2LA Pasen
July 2022
- Lesson with
47 slides
Latijn
Secundair onderwijs
18. Grieks: participium 2 (εἰμι, verba contracta)
January 2022
- Lesson with
14 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3G LTC passief
September 2021
- Lesson with
15 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Weektaak 25 2G1 LTC
November 2023
- Lesson with
30 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2