LESPERIODE 1 WEEK 4 en 5

lesperiode 1 


week 4
1 / 43
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

lesperiode 1 


week 4

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

maken oefeningen woordenschat en spreekwoorden

Slide 3 - Slide

nakijken woordenschat 3
1. analyseerde
2. affaire
3. akte
4. affiniteit
5. autoritair
6. akte
7. aspiratie
8. affaire
9. autoritair
10. affiniteit
11. analyseerde
12. aspiraties

Slide 4 - Slide

nakijken spreekwoorden 3

Het paard achter de wagen spannen
iets nutteloos doen of verkeerd aanpakken


Het klinkt als muziek in mijn oren
Daar is iets goeds van te maken. Daar is geld mee te verdienen. Dat vind je leuk/fijn.

Slide 5 - Slide

EVEN OVERHOREN

Slide 6 - Slide

WAT BETEKENT ANTIEK?
A
DAT IETS OUD IS
B
DAT IETS DUUR IS
C
DAT IETS UIT DE TIJD IS
D
DAT IETS OUD EN WAARDEVOL IS

Slide 7 - Quiz

WAT BETEKENT BARRICADE?
A
BARPERSONEEL
B
BLOKKADE
C
GEKADERD
D
BENADERD

Slide 8 - Quiz

WAT BETEKENT ADOREREN?
A
IEMAND AANBIDDEN
B
IEMAND AANVALLEN
C
IEMAND LIEF VINDEN
D
IEMAND AANBEVELEN

Slide 9 - Quiz


A
POLONAISE LOPEN
B
WIE VANGT DE HAAN?
C
HAANTJE DE VOORSTE
D
IN DE PAS LOPEN

Slide 10 - Quiz


A
ACHTER HET NET VISSEN
B
MET JE HENGEL IN HET NET ZITTEN
C
HOE LANGER DE HENGEL HOE GROTER DE VIS
D
LANGE HENGELS VANGEN VEEL VIS

Slide 11 - Quiz

In de letterkunde wordt gesproken over "perspectief". Wat betekent dat?
A
door wiens ogen je het verhaal leest
B
door wie het verhaal is geschreven
C
voor wie het verhaal belangrijk is
D
voor wie het verhaal mogelijkheden biedt

Slide 12 - Quiz

Wat is een recensie?
A
onderzoek naar een werk
B
verbeteringen in een werk
C
kritische beoordeling van een werk
D
een recent werk

Slide 13 - Quiz

Wat is de tijdsvolgorde van een dagboek?
A
niet chronologisch
B
chronologisch
C

Slide 14 - Quiz

open einde of gesloten einde?

Slide 15 - Mind map

KIJK- EN LUISTERVAARDIGHEID
SPREKERSBEDOELING

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

KIJK NU NAAR HET VOLGENDE FILMPJE 
EN MAAK DE VRAGEN

Slide 19 - Slide

KIJK- EN LUISTERVAARDIGHEID
SPREKERSBEDOELING
NAKIJKEN

Slide 20 - Slide

SPREKERSBEDOELING NAKIJKEN
1 B informatie vragen.
2 B een mening vragen.
3 C verduidelijking vragen.
4 A een conclusie geven.
5 A een aanvulling geven.
6 B een andere kant van de zaak aan de orde stellen.
7 C een verduidelijking.
8 A aanvulling vragen.

Slide 21 - Slide

SPREKERSBEDOELING 
kijk naar het tweede fragment en maak de vragen

Slide 22 - Slide

SPREKERSBEDOELING 
antwoorden tweede fragment nakijken

Slide 23 - Slide

antwoorden tweede fragment nakijken
9 C een verduidelijking geven.
10 B een verduidelijking vragen.
11 C een mening geven.
12 B een mening vragen.
13 B het gesprek structuur geven.
14 B een correctie geven.
15 B een correctie geven.
16 A een mening vragen.
17 B een conclusie geven.
18 A een mening geven.
19 B een conclusie vragen

Slide 24 - Slide

FICTIE - LITERAIRE BEGRIPPEN

Slide 25 - Slide

FICTIE - LITERAIRE BEGRIPPEN

Slide 26 - Slide

LESPERIODE 1 WEEK 5

Slide 27 - Slide

0

Slide 28 - Video

EVEN OVERHOREN

Slide 29 - Slide

WAT BETEKENT AUTEUR?
A
EEN SCHRIJVER
B
EEN KLETSMAJOOR
C
EEN PROFESSOR
D
EEN DESKUNDIGE

Slide 30 - Quiz

WAT BETEKENT BALANCEREN?
A
KOORDDANSEN
B
DE BALANS OPMAKEN
C
HET EVENWICHT BEWAREN
D
NET NIET OVER HET RANDJE GAAN

Slide 31 - Quiz

WAT BETEKENT AMPUTEREN?
A
PEUTEREN
B
EEN AMPUL BREKEN
C
LANGZAAM WEGKWIJNEN
D
EEN LICHAAMSDEEL AFZETTEN

Slide 32 - Quiz


A
IEMAND AAN HET LIJNTJE HOUDEN
B
IEMAND BIJ DE HALSBAND HEBBEN
C
IEMAND VASTHOUDEN
D
IEMAND EEN LIJNTJE LATEN TREKKEN

Slide 33 - Quiz

WAT DOE JE ALS JE IEMAND LINKS LAAT LIGGEN?
A
DAN WIL JE HEM NIET OPRAPEN
B
DAN MAAK JE MISBRUIK VAN HEM
C
DAN NEGEER JE HEM
D
DAN SPREEK JE KWAAD VAN HEM

Slide 34 - Quiz

BIJ EEN MENING HOORT EEN ARGUMENT. WAT IS DAT?
A
JE MAAKT ER EEN PUNT VAN
B
JE LAAT HET IN HET MIDDEN
C
JE GEEFT NIET TOE
D
JE GEEFT DE REDEN

Slide 35 - Quiz

0

Slide 36 - Video

EEN OUDE KLV TOETS MAKEN

Slide 37 - Slide

EXAMENHULP KLV VOORBEREIDING
  • zorg dat je goed bent uitgerust
  • ga zo zitten dat je het filmpje goed kunt zien en horen
  • leg geen spullen op je tafel die je niet nodig hebt
  • zorg dat je pen en papier hebt voor je aantekeningen
  • concentreer je
  • zorg dat je jezelf en anderen niet afleidt

Slide 38 - Slide

STAPPENPLAN BIJ TEKSTBEGRIP
  • maak aantekeningen als je dat gewend bent
  • de vragen gaan over hoofdzaken, niet over details
  • de vragen staan in de juiste volgorde
  • let vooral op de beginzinnen
  • noteer naam of initialen van een spreker
  • bij twijfel ga je wegstrepen wat zeker niet goed is
  • geef altijd een antwoord

Slide 39 - Slide

STAPPENPLAN BIJ FICTIE
  • bekijk het fotoblad met de namen van de acteurs
  • bedenk waar het over zal gaan
  • lees de vraag en de antwoorden en onderstreep 
  • onderstreep de belangrijke woorden hierin
  • bekijk het fragment tot de vraag beantwoord wordt
  • noteer het antwoord
  • lees de volgende vraag etc.

Slide 40 - Slide

STAPPENPLAN BIJ SPREKERSBEDOELINGEN
  • lees de vraag
  • wacht tot het vraagnummer in beeld komt
  • les op signaalwoorden, inhoud, lichaamstaal en toon
  • beantwoord de vraag in de antwoordtijd
  • lees de volgende vraag etc.

Slide 41 - Slide

huiswerk voor volgende week
Schrijf over een van de boeken die je hebt gelezen, of nog aan het lezen bent de volgende dingen op:
  • genre
  • tijd
  • einde
  • personages round of flat
  • van hoofdpersoon het karakter
  • welk perspectief er wordt gehanteerd
  • je mening tot nu toe met de vier argumenten
  • onderwerp
  • thema

Slide 42 - Slide

huiswerk voor volgende week


Zoek over het betreffende boek ook een recensie op en voeg het bij hetgeen je hebt geschreven. Willen jullie dat alsjeblieft a.s. donderdag bij mij inleveren?

Slide 43 - Slide