Herhaling hoofdstuk 6

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 3

PRODUCEREN

Herhalingsles hoofdstuk 6

Wat gaan we doen vandaag?

Hoe gaan we te werk?

Spel: Weten we het nog?

Paragraaf 6.1: Leg uit

• Formele en informele sector
• Toegevoegde waarde 
• Bedrijfskosten

Leg uit

• Concurrenten
• Marktaandeel
• Vraag- en aanbodlijn 

Leg uit

• Inkoopwaarde
• omzet
• Brutowinst
• brutowinstmarge

Productiefactoren en de beloning

Om te produceren heb je productiefactoren nodig.

Iedere productiefactor heeft zijn eigen beloning.

Combineer de productiefactoren met de beloningen.

Arbeid

Kapitaal

Natuur

Ondernemerschap

Loon

Salaris

Pacht

Winst

Wanneer is productie arbeidsintensief?

1. Meer kapitaal dan arbeid
2. Meer leidinggevende dan uitvoerende werknemers
3. Meer uitvoerende dan leidinggevende werknemers
4. Meer arbeid dan kapitaal

aanschafprijs - restwaarde
---------------------------------------- =
economische levensduur

1. investering
2. rente
3. waardevermeerdering
4. afschrijving

De bakker heeft een nieuwe oven gekocht voor €2500.
Over 5 jaar verwacht hij een nieuwe te kopen voor €3000.
Hij verwacht de oude dan in te kunnen ruilen en er €750 voor te krijgen.
Bereken de afschrijving per jaar.

1. €600
2. €1250
3. €450
4. €350

Hoe hoger de prijs, hoe
(meerdere antwoorden mogelijk)

1. lager de vraag
2. hoger de vraag
3. lager het aanbod
4. groter het aanbod

Dit is een grafiek van ...

1. de vraag
2. het aanbod

Wat bepaalt de evenwichtsprijs?

1. Dit is afhankelijk van de inflatie
2. Dit wordt door de overheid bepaald
3. Vraag en Aanbod
4. Prijs en consumenten

Wat is btw?

1. belasting toenemende waarde
2. belasting toegevoegde waarde
3. belasting toegevoegde winkel
4. belasting tegen waarde

De prijs is 60 euro exclusief 6% btw.
Bereken de prijs inclusief btw.

Als de arbeidsproductiviteit toeneemt, kunnen de productiekosten ...

1. dalen.
2. stijgen.
3. gelijk blijven.
4. verdwijnen.

Wat is NIET van invloed op de arbeidsproductiviteit?

1. scholing
2. arbeidsvoorwaarden
3. arbeidsverdeling
4. openingstijden

Er is meer vraag naar producten dan het bedrijf met zijn machines en personeel aan kan, dit noem je:

1. onderbezetting
2. overbezetting