Pijn en pijnmedicatie

1 / 33
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoe zit je er aan het begin van deze les bij?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je geleerd in de vorige les?
timer
2:00

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Aan het eind van de les kun je vertellen:
  • Wat voor soort medicijnen het zijn
  • Welke soorten er zijn
  • Wat de verschillen zijn

  • Wat zijn je eigen leervragen over pijnmedicatie?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat zie je hier?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Waar denk je aan bij pijn?

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

‘Pijn is dat wat de patiënt die pijn heeft, zegt dat het is en treedt op als de patiënt zegt dat deze optreedt’ (McCaffery, 1979).

Slide 11 - Mind map

This item has no instructions

Wat weet je al van pijnmedicatie?

Slide 12 - Mind map

This item has no instructions

Soorten pijn
  • Acute pijn
  • Chronische pijn

  • Weefselpijn - nociceptieve pijn
  • Zenuwpijn - neuropatische pijn

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Hoe heet de medicijngroep waar pijnmedicatie onder valt?
A
Analgetica
B
Benzodiazepinen
C
Diuretica
D
Parasympathicolytica

Slide 14 - Quiz

Benzodiazepinen: bij angst en onrust
Diuretica: vochtafdrijvende medicatie
Parasympathicolytica: luchtwegverwijders
Pijnladder WHO (bij kanker)
  1. Paracetamol of NSAID (non-steroidal anti-inflammatory drugs): diclofenac, ibuprofen, naproxen
  2. Zwak opioïd: codeïne, tramadol
  3. Sterk opioïd oraal of pleister: 
    morfine, oxicodon, fentanyl
  4. Sterk opioïd injectie: morfine sc. of iv.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Werking
  • Medicatie uit stap 1 en 2 versterkt elkaar:
    bijv. paracetampol en codeïne
  • Medicatie uit stap 2 en 3 kan
    beter niet worden gecombineerd.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Bijwerkingen 
  • NSAID's: schadelijk voor de maag, verhoogde bloeddruk, verminderde bloedstolling, vermindering van de nierfunctie en het vasthouden van vocht
  • Opioïden: obstipatie, misselijkheid,
    braken en duizeligheid.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Zet de pijnmedicatie in de juiste volgorde van de pijnladder
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

Bij welke groep hoort
dit medicijn?
A
NSAID
B
Zwak opioïd
C
D
Sterk opioïd

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Sterk opioïd

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

Bij welke groep hoort
dit medicijn?
A
NSAID
B
Zwak opioïd
C
D
Sterk opioïd

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Zwak opioïd

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions

Bij welke groep hoort
dit medicijn?
A
NSAID
B
Zwak opioïd
C
D
Sterk opioïd

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

NSAID's 

Slide 24 - Drag question

This item has no instructions

Bij welke groep hoort
dit medicijn?
A
NSAID
B
Zwak opioïd
C
D
Sterk opioïd

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Bij welke groep hoort
dit medicijn?
A
NSAID
B
Zwak opioïd
C
D
Sterk opioïd

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Een zorgvrager heeft pijn door artrose.
Welke pijnmedicatie zal hij waarschijnlijk krijgen?
A
B
C
D

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Positief taalgebruik kan een groot verschil maken!


Wat kan je zeggen ipv dit gaat even pijn doen?

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Ik ga nu beginnen....

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je geleerd over pijnmedicatie?

Slide 30 - Mind map

This item has no instructions

Vertel in eigen woorden:
  • Wat voor soort medicijnen het zijn
  • Welke soorten er zijn
  • Wat de verschillen zijn

  • Wat zijn nu je leervragen over pijnmedicatie?

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Welk cijfer geef je deze les?
110

Slide 33 - Poll

This item has no instructions