starke verb

Terugblik
Hoe herken ik zwakke werkwoorden?

Hoe vind ik de stam?
1 / 10
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

Terugblik
Hoe herken ik zwakke werkwoorden?

Hoe vind ik de stam?

Slide 1 - Slide

Doelen
  • Je kunt het verschil tussen een sterk en een zwak werkwoord benoemen 
  • Je kunt de sterke werkwoorden op de juiste manieren vervoegen 

Slide 2 - Slide

Hoe herken ik een sterk werkwoord?
Een sterk werkwoord verandert van klank in de verleden tijd. (Ze hebben de ''kracht'' om van klank te veranderen) 

Ik loop-Ik liep
Ich laufe-Ich lief

Je moet ze zelf leren :(

Slide 3 - Slide

De wissel
Sterke werkwoorden met een 'a' in de stam 


Sterke werkwoorden met een 'e' in de stam

Slide 4 - Slide

Sterke werkwoorden met een 'a' in de stam.
  • Bij sterke werkwoorden met een 'a' in de stam verandert de 'a' bij du en er/sie/es in 'ä'. (schlafen- er schläft)

  •  Dit gebeurt ook bij de werkwoorden laufen (du läufst er/sie/es läuft) en stoßen (du, er, sie, es stößt)


Slide 5 - Slide

Sterke werkwoorden met een 'e' stam  
  • Werkwoorden met een 'e' in de stam: verandert de 'e' bij du en er/sie/es in een 'i' of een 'ie'. Dit gebeurt in de tegenwoordige tijd. 
  •  Wordt de stamklinker uitgesproken als een 'è' (zoals in sprechen, dan wordt de 'e' vervangen door een 'i'. (du sprichst)
  • Wordt de stamklinker uitgesproken als een 'ee' (zoals lesen), dan wordt de 'e' vervangen door een 'ie' (du liest)

Slide 6 - Slide

De wissel
Sterke werkwoorden met een 'a' in de stam- wat gebeurd er?


Sterke werkwoorden met een 'e' in de stam- wat gebeurd er?

Slide 7 - Slide

Doelen
  • Je kunt het verschil tussen een sterk en een zwak werkwoord benoemen 
  • Je kunt de sterke werkwoorden op de juiste manieren vervoegen 

Slide 8 - Slide

Aufgabe 1+2 Seite 55

Slide 9 - Slide

Hausaufgaben
Oefentoets maken

Slide 10 - Slide