Hoofdstuk 2: Paragraaf 1

Hoofdstuk 2: De Gouden Eeuw.
Paragraaf 1: Handel en nijverheid in de Republiek
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 2: De Gouden Eeuw.
Paragraaf 1: Handel en nijverheid in de Republiek

Slide 1 - Slide

Wat gaan wij vandaag doen?
  • Leerdoelen
  • Instructie
  • fragmenten
  • Aan de slag!
  • Afsluiting

Bron 1: Reconstructie van het VOC schip 'de Batavia'. Via dit soort schepen werd er handel gedreven over heel de wereld.

Slide 2 - Slide

Studiewijzer
d
Week 46
Lesdoel
Opdracht
13 november t/m 17 november

A: Je kunt een beschrijving geven van de economie van de Republiek

B: Je kunt uitleggen hoe de economie van de Republiek onderdeel werd van de wereldeconomie en welke rol de VOC en de WIC daarbij hadden.

C: Je kunt een verband leggen tussen de driehoekshandel, de slavenhandel en die plantageslavernij
Lees: Paragraaf 1, hoofdstuk 2

Maak: Opgave 3 t/m 15.

Slide 3 - Slide

A: De economie van de Republiek
Amsterdam werd de belangrijkste handelsstad door 2 oorzaken:
  • Belangrijke uitvindingen, zoals een schip met groter ruim en machines waarmee goedkoper geproduceerd kon worden
  • Antwerpen werd veroverd door Spanje en de aanvoerlijnen afgesneden. 
Bron 2: De schipbrug aangelegd door de hertog van Parma over de Schelde, 1585

Slide 4 - Slide

A: De economie van de Republiek
De economie groeit snel.

Zo werden ze steeds rijker. Als in een economie het maken van winst door handel centraal staat, spreken we van handelskapitalisme.

Amsterdam werd een stapelmarkt.
Bron 3: Pakhuis in Amsterdam 

Slide 5 - Slide

B: VOC en WIC
De ontdekking van nieuwe continenten en producten leiden tot wereldhandel in:
  • Rietsuiker
  • Tabak
  • Koffie
  • Thee
  • Specerijen!

Bedrijven in de republiek wilde mee doen in deze handel met zogehete voorcompagnieën


Slide 6 - Slide

B: VOC en WIC
Om concurrentie tussen de voorcompagnieën te voorkomen werden zij in 1602 in één bedrijf gestopt:

De Verenigde Oostindische compagnie

  • Netwerken van handelsposten
  • Handelsmonopolie in specerijen
  • Recht op oorlogsvoering
  • Oostelijke helft van de wereld
Bron 4: Kaart die laat zien waar de VOC vooral actief was; Afrika en Azië en met name Indonesië. 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

B: VOC en WIC
In 1621 werd de WIC opgericht

Doel:
  • Kaapvaart tegen Spaanse en Portugese -> Piet Hein!

Later:
  • Handelsmonopolie in het westelijk halfrond: West-Afrika en Amerika
  • Slavenhandel


Bron 5: Handelroutes van de WIC

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

C: Slavernij in de Amerikaanse koloniën
Na 1648: WIC niet langer winstgevend.

Kolonies in Brazilië maken geen winst meer. De plantages hebben daar arbeidskrachten nodig om koffie en suiker te blijven produceren.

Driehoekshandel moest er voor zorgen dat de WIC winstgevend bleef. 

Bron 6:

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

C: Slavernij in de Amerikaanse koloniën
Leven op de plantages waar zwaar.
  • Slaven hadden geen rechten en werden als bezit gezien.
  • Ongehoorzaamheid werd zwaar bestraft
  • Vluchten werd soms bestraft met de dood
  • Ondanks verzet veranderd er eeuwen lang niks.

Slide 13 - Slide

Aan de slag!
Lees: Paragraaf 1 van Hoofdstuk 2.

Maak: Opgave 3 t/m 15 van paragraaf 1, hoofdstuk 2.

Klaar?
Nakijken met het nakijkboekje.
Samenvatten paragraaf 1 van hoofdstuk 2.
Leren paragraaf 1 van hoofdstuk 2.
timer
10:00

Slide 14 - Slide

Terugblik
Leg in eigen woorden uit:
Waarom de driehoekshandel noodzakelijk was voor de plantageslavernij. 
Bron 6:

Slide 15 - Slide