2.4 marktvormen

goedemorgen 3H2 - fijn dat jullie er weer zijn
  • Pak je chromebook
  • Pak je boek en open het  op de goede pagina
  • Pak je pen/potlood en rekenmachine
  • Pak je schrift
  • Oftewel: zit startklaar voor weer een nieuwe les eco!
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

goedemorgen 3H2 - fijn dat jullie er weer zijn
  • Pak je chromebook
  • Pak je boek en open het  op de goede pagina
  • Pak je pen/potlood en rekenmachine
  • Pak je schrift
  • Oftewel: zit startklaar voor weer een nieuwe les eco!

Slide 1 - Slide

2.4 VAN ALLE MARKTEN THUIS
11 OKTOBER 2024
3H2
MARKTVORMEN

Slide 2 - Slide

PROGRAMMA 11-10
  • CHECK IN MET VRAGEN OVER MARKTEVENWICHT en VRAAG- /AANBODOVERSCHOT (10 minuten)
  • HUISWERK BESPREKEN (9 T/M 11) (10 minuten)
  • LEERDOELEN VANDAAG: MARKTVORMEN 
  • UITLEG THEORIE (10 minuten)
  • ZELFSTANDIG AAN HET WERK -> opdracht 4 tot en met 8 (10 minuten)
  • AFSLUITING -> WAT HEB JE GELEERD VANDAAG? (2 minuten) 

Slide 3 - Slide

Gegeven is de vraag naar en het aanbod van uien in Nederland.
Qa = 100P -50 Qv = -100P + 250
Bereken de evenwichtsprijs.
A
1,00
B
1,50
C
3
D
4,50

Slide 4 - Quiz

Gegeven is de vraag naar en het aanbod van uien in Nederland.
Qa = 100P -50 Qv = -100P + 250
Bereken de evenwichtshoeveelheid.
A
100
B
200
C
150
D
250

Slide 5 - Quiz

Bereken het vraagoverschot bij P = 1.
Qa= 100p - 50
Qv = -100p + 250
A
50
B
100
C
150
D
250

Slide 6 - Quiz

De evenwichtsprijs is € 1,50
Stel: de prijs op de markt is € 1.
Is er sprake van een aanbodoverschot of van een vraagoverschot?
A
aanbodoverschot
B
vraagoverschot
C
geen overschot
D
geen idee

Slide 7 - Quiz

HUISWERK (11-10)
OPDRACHT 9 T/M 11
10 hebben we al grotendeels besproken bij de quizvragen

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

LEERDOELEN 11-10
  • ik kan de 4 marktvormen noemen
  • Ik kan benoemen welke invloed de marktvorm heeft op het gedrag van bedrijven.
  • ik kan benoemen welke invloed de marktvorm heeft op de marktprijs.
  • ik kan rekenen met procenten

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

monopolie
  • 1 aanbieder (prijszetter)
  •  meestal een homogeen product
  • vaak door overheid gestuurde bedrijven; CBR, paspoort, water aan huis 

Slide 16 - Slide

oligopolie
  • enkele aanbieders 
  •  concurrentie op prijs (prijzenoorlog)
  • kartelvorming
  • vb. supermarkten, bierbrouwers, electriciteit, gas, auto's 

Slide 17 - Slide

kenmerken oligopolie
  • prijzenoorlog -> de prijsverlagingen om klanten bij de concurrentie weg te lokken
  • kartelvorming -> onderlingen afspraken maken met de concurrenten (o.a. over de prijzen) 
  • ->Is verboden door de Autoriteit Consument en Markt (ACM).
  • -> HOGE BOETES

Slide 18 - Slide

monopolistische concurrentie
  • veel aanbieders 
  • heterogeen product (een product dat volgens consumenten afwijkt van de andere goederen op de markt)
  • vb. kleding, restaurants, benzinestations

Slide 19 - Slide

volkomen concurrentie
  • veel aanbieders
  • homogeen product (product dat in de ogen van de consument gelijk is aan de andere producten in de markt) 
  • vb. landbouwproducten

Slide 20 - Slide

Vier brouwers van pilsener bieren met een marktaandeel van in totaal 80% voeren een felle concurrentiestrijd met elkaar. Inzet van de concurrentiestrijd is het veroveren van een groter marktaandeel in de verkoop van flesjes pilsbier.
A
Monopolie
B
Volkomen concurrentie
C
Monopolistische concurrentie
D
Oligopolie

Slide 21 - Quiz

aan het werk
  • maak opdracht 4 tot en met 8 op bladzijde 61 van je boek 

Slide 22 - Slide

wat heb ik vandaag geleerd? (welke begrippen heb ik vandaag geleerd?)

Slide 23 - Open question